Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

proper

betekenis & definitie

eigen; eigenlijk, echt, rechtmatig; eigenaardig; geschikt, behoorlijk, juist, betamelijk, gepast; fatsoenlijk; proper name, eigennaam; the proper officer, de betrokken ambtenaar; there will be a proper row about it, een standje dat niet mis is; think (it) proper, goedvinden.

< >