1. Polder in de gemeente → Brouwershaven; opgenomen in het → Waterschap Schouwen-Duiveland; opp. ca. 5 ha; hoogte ca. 0,8 m + N.A.P.; suatie via het gemaal ’t Sas (Voormalig → Dijkwater).
Het poldertje kwam in 1650 tot stand en vormde de bedijking van het ’Corenland’ in het Dijkwater. Het dankt zijn naam aan de bedijker, mgr. Jacob Colcius. De polder is enkele malen geïnundeerd. Na de ramp van 1 februari 1953 kwam hij droog op 22 maart. Hetzelfde jaar nog werden de binnendijken afgegraven. St.-Jacobs is thans deel van de → Kleine Polders.
2. Verloren polder van Zuid-Beveland, gelegen ten zuiden van Baarland in de Westerschelde. De polder (opp. 43 schotbare gemeten) werd bedijkt tussen 1458 en 1461 en verdronk na 1570; hij ressorteerde gedeeltelijk onder → Everinge (ruim 10 gemeten) en gedeeltelijk onder Bakendorp. In het westen grensde hij aan de → Vogelsangpolder en in het zuidoosten aan de → Dierikpolder, beide eveneens verloren.
3. Voormalige polder in Oost-ZeeuwsVlaanderen; deel van de in 1432 bedijkte → Koudekerkepolder ten oosten van Biervliet; deze voormalige polder was van noord naar zuid onderverdeeld in de Triest-, St.Jacobs- en Cauwenpolder. In 1488, door de inundaties wegens de burgeroorlog tegen Maximiliaan van Oostenrijk, werd de St.Jacobspolder tot een klein eiland; evenzo in 1516 als gevolg van de stormvloed op St.Stevensdag, toen de Triestpolder overstroomde. In 1542 en 1545 werden in de omgeving resp. de → Loven- en → Koudepolder bedijkt.
LITERATUUR
Gottschalk, Historische geografie II. K. J. J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polderland. Wilderom, Tussen afsluitdammen II en III. C. Dekker, Zuid-Beveland.