Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

NIEUW-KRABBENDIJKEPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Reimerswaal; opgenomen in het → Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland (opgericht 1959), thans → Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 341 ha; hoogteligging 0,5 m - N.A.P. tot 1,2 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal Waarde in de → Waardepolder.

In de polder ligt → Krabbendijke. De polder kwam in 1595 tot stand als herdijking van in 1530 geïnundeerd gebied. Aan de oostzijde van de polder lag in het begin van de 17e eeuw de oostelijke verdedigingsgrens van Zeeland. De op de topografische kaarten nog terug te vinden namen Noordschans en Zuidschans duiden de plaats aan van het voormalige Noordoosten het voormalige Zuidoostfort. De totstandkoming van de → Oostpolder (1656) betekende het eind van de verdedigingslinie. De Nieuw-Krabbendijkepolder inundeerde in 1682 en 1808.Hij heeft behoord tot de heerlijkheid en de voormalige gemeente → Krabbendijke en maakte tot 1959 deel uit van het waterschap Krabbendijke (ca. 405 ha), dat verder nog de → Monnikenpolder omvatte. Dit waterschap was aangesloten bij het in 1879 opgerichte uitwateringswaterschap Waterschap De Valkenissegeul (→ Emmanuëlpolder).

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen III. Roessingh, Waterschap Krabbendijke.