Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MOL

betekenis & definitie

(Talpa europded). In zelfgegraven gangen in de grond levende, kleine insekteneter. Rolrond, langwerpig lichaam, nagenoeg zonder hals.

Voorpoten staan wijd uiteen en zijn vervormd tot krachtige graafinstrumenten. Zachte, zwarte vacht. Ogen zijn zeer klein. Eet veel insektenlarven, maar berokkent ook schade door het omwroeten van de gewassen. Molshopen bestaan uit opgeworpen aarde. De ingewikkeld gebouwde holen zitten diep onder de oppervlakte.

Vóór de aanleg van de spoorwegdammen niet overal aanwezig (De Man, 1885). Na de inundaties van 1944-’45 en van 1953 plaatselijk uitgestorven. Later verspreidden de mollen zich weer.LITERATUUR

J.G. de Man, De intocht van den mol in Walcheren, Album der Natuur (1885).

< >