Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MOERNERING

betekenis & definitie

Turfgraverij of darinkdelving. Vormde in de late middeleeuwen in Zeeland één der belangrijkste industrieën op het platteland.

Men moerde niet alleen om brandstof (turf) te verkrijgen, maar vooral voor de → selnering (= zoutwinning). Na het verwijderen van de dekkende kleilaag werd het veen (derrie, darink) met een brede spade in langwerpige stukken gestoken. Het afgestoken veen werd op luchtige stapels te drogen gezet, waarna het tot brandstof kon dienen.Er bestonden drie methoden van moeren, te weten het willekeurige-, het blok- en het sleuvensysteem. Het moeren geschiedde zowel binnen- als buitendijks. Wanneer het buitendijks gebeurde werden er zg. moerdijken aangelegd om het werk tegen stormvloeden te beschermen. Na het beëindigen van het moeren verdwenen deze dijken vrij spoedig in zee. Doordat de moernering buitendijks gevaar opleverde voor de dijken en binnendijks de vruchtbaarheid van de grond verminderde heeft de overheid sinds de dertiende eeuw getracht d.m.v. keuren en ordonnanties aan het darinkdelven paal en perk te stellen. In 1515 werd het geheel verboden door Karei V.

Om toch over voldoende brandstof te kunnen beschikken, kreeg de bevolking toestemming bomen te planten langs de wegen om en door hun land. Hierdoor verkreeg het land een geheel ander aanzien. Door de moernering (enkele tienduizenden hectaren in Zeeland) ontstonden grote verschillen in hoogte en vochtigheid van de grond, waardoor landschappelijk unieke gebieden ontstonden. Tengevolge van de ruil- en herverkavelingen van de laatste decennia wordt de grond op grote schaal geëgaliseerd; de karakteristieke landschappelijke elementen verdwijnen hierdoor steeds meer.

LITERATUUR

Ovaa, De zoutwinning.