Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MEIDOORN

betekenis & definitie

(Crataégus monógyna; volksnamen: doorn, stokdoorn). Deze eenstijlige meidoorn is een forse houtachtige struik behorend tot de familie der roosachtigen.

Met ca. 1-2 cm lange houtige stekels, eironde ingesneden bladeren, witte of rosé (cultuurvorm) bloeiwijzen en rode besvruchten. De meidoorn is van nature in Zeeland een van de meest voorkomende bomen of struiken. Zij slaat veelvuldig spontaan op, op niet te vochtige extensief beweide dijktaluds en in slootkanten. Het is de meidoorn die op deze wijze samen met sleedoorn en koebraam fraaie heggen kan vormen in graslanden of struwelen op de dij ken. E nkele tientallen j aren geleden bestonden grote delen van het Zeeuwse Oudland uit een landschap met veel grasland, een fijnschalige verkaveling en op de perceelsgrenzen veel meidoornheggen. Op de meeste plaatsen zijn deze heggen verdwenen door overstromingen (Walcheren, Schouwen) of door cultuurtechnische verbeteringen (Zuid-Beveland).

Deze heggen zijn waarschijnlijk voor een belangrijk deel spontaan ontstaan. In vegetatiekundig opzicht zijn zij in het recente verleden beschreven als een geheel eigen type: het Ranunculo-Berberdion(zieDieleman, 1969, en Westhoff en Den Held, 1969). De meidoorn is en wordt echter ook veelvuldig aangeplant. Oorspronkelijk was dit vooral ten behoeve van perceelsscheiding, veekering en ook voor brandhout. De struiken werden daartoe regelmatig afgezet of in een bepaalde vorm gesnoeid. Met het wegvallen van deze gebruiksvorm is ook dit onderhoud verdwenen. Na 1950 is de meidoorn samen met andere in Zeeland niet inheemse soorten ook veel aangeplant in openbaar groen ten behoeve van landschappelijke aankleding.In deze jaren is er ook een bedreiging voor deze fraaie struik bijgekomen: het bacterievuur. De meidoorn is zeer gevoelig voor deze ook voor fruitbomen en diverse tuinheesters gevaarlijke ziekte. Ter voorkoming van een snelle verspreiding worden aangetaste struiken zo snel mogelijk afgezet of verwijderd.

LITERATUUR

P. Dieleman, De heggen van de Goesse Poel, Doet. versl. Inst. Syst. Plantk. R.U. Utrecht (1969). V. Westhoff en A.J. den Held, Plantengemeenschappen in Nederland, 324 (Zutphen 1969).