Tropische schelpen (Cypraea moneta en C. annulus) welke bij gezelschapsspelen (kienen e.d.) als ‘opzettertjes’ dienst deden. Zij werden bij de families bewaard in een gestreept katoenen zakje, de keutjeszak.
De schelpen kwamen in grote zakken of vaten vnl. uit Voor-Indië met schepen der Oost Indische Compagnie. In Nederland werden zij verkocht aan de West Indische Compagnie, die er in WestAfrika slaven mee kocht voor de plantages in Amerika.Eén zo’n schip, de ‘Reygersbergh’ is in 1738 met een lading kauri’s bij Westkapelle vergaan. Nog steeds kan men op het strand van Walcheren af en toe keutjes vinden, afkomstig van dit schip. In Westkapelle heten zij boesters.
LITERATUUR
Van Benthem Jutting, Tropische kauri’s in Nederland.