(Niezijl, gemeente1928). Geschiedkundige.
Was van 1869-1873 onderwijzer te Zierikzee, werd 1873 leraar geschiedenis en aardrijkskunde aan de R.H.B.S. te Middelburg, 1877 adjunct-archivaris van Zeeland en was van 1878-1910 bibliothekaris der Provinciale Bibliotheek. Hij schreef: Cornelis Cornelisz., Willem Barends en hunne tochtgenooten (A.Z.G., IV,1, 1878); Geschiedenis der Zeeuwsche Munt (A.Z.G., V,2, 1881); Borsele als ambachtsheerlijkheid en als polder (vóór 1795) (A.Z.G.,VI,2, 1886); verder in de Nomina Geographica Neerlandica (1, 1885 en 2, 1890) over een aantal Zeeuwse plaatsnamen.Ook gaf hij de Catalogus van de Provinciale Bibliotheek van Zeeland (1907-1911; 5 dln.) uit.
LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten.