Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

HOOF- EN MOLENPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Hontenisse; opgenomen in het → Waterschap Hulster Ambacht (opgericht 1965); oppervlakte ca. 112 ha, hoogteligging 1,0 m - N. A.P. tot 0,4 m + N.

A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal Campen vóór de → Hooglandpolder.In het zuidwesten van de polder ligt → Terhole (ged.), in het zuidoosten → Molenhoek.

De polder werd ca. 1226 bedijkt door de → cisterciënzer monniken van de abdij Baudeloo. De zuidgrens (met de → Dullaertpolder) wordt gevormd door de Notendijk; hier bevond zich de uithof van Lamswaarde. De overige bedijking is verdwenen.

De Hoof- en Molenpolder overstroomde met het omringend gebied tijdens de St.-Felixvloed van 1530. Hij is opgenomen geweest in het waterschap Lamswaarde (→ Dullaertpolder) en heeft ook tot de voormalige gemeente Hontenisse behoord.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws- Vlaamse polderland.

< >