Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

REUSEL

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Brabant, gelegen tegen de grens met België, ten zuidwesten van Eindhoven en ten zuiden van Tilburg. Zij omvat de gelijknamige hoofdplaats, een van de Acht Zaligheden, en een aantal buurtschappen en gehuchten, t.w.

Achterste Heikant, De Hoek, Hoeve, ’t Holland, Kattenbosch, Kippereind, Lensheuvel, Peel, Voorste Heikant, De Voort en Weiereind.Reusel maakt deel uit van het Streekorgaan Kempenland, telt ca 7500 inwoners (1986) en is 3149 ha groot. Ze grenst behalve aan België aan de Noordbrabantse gemeenten Hooge en Lage Mierde, Bladel en Netersel en Bergeyk.

Wapen: Een schild van lazuur, beladen met een korenschoof van goud (1818), duidend op de zuiver agrarische oorsprong van de gemeente. Gemeentevlag: blauw met op het midden een gele korenschoof (1980).

Geschiedenis: De naam Reusel zou ontstaan zijn via Roselo, waarin ’raus’ en ’lo’ respectievelijk ’riet’ en ’waterloop’ of ’bos’ zouden betekenen; volgens andere lezing komt de naam van ’rus’ en ’ilo’ = ruisende beek.

In Reusel ligt een zandrug, die de Scheldevallei scheidt van de Maasvallei. Een gedeelte van Reusel watert af op de Schelde, het andere deel op de Maas via de Dommel. De stroompjes hebben hier hun bovenloop. Westelijk van de zandrug loopt ’de breuk van Gilze-Rijen’. Door bewegingen van de aardkorst is de grond geleidelijk gezakt en zo ontstond de Slenk van Eindhoven. Daar ligt de oorspronkelijke laag 50 meter diep.

Voortdurend is deze slenk, terwijl zij daalde, grotendeels weer opgevuld door jongere afzettingen, van zand- en leemdeeltjes, zodat Eindhoven nu ca 15 meter lager ligt dan Reusel. De oudste lagen, kwartair, liggen hier, aan de rand van de breuk, nog aan of vlak onder de oppervlakte. De rivieren hebben grint, keien en afval aangevoerd. Vooral in de zuidwesthoek hebben de landbouwers overlast van deze keien. Een daarvan is ’de grote kei’, die bij ontginningen werd blootgelegd en nu op het marktplein ligt. Deze weegt 1440 kg. Zij stamt uit het Cambrium, de oudste periode in de geologische tijdschaal na het Kryptozoïcum en is ca

500.000.000 jaar oud. De keien en keitjes werden en worden door de mensen veel gebruikt voor het maken van muren, stoepen en tuinversieringen. Uit vondsten van vuurstenen gebruiksvoorwerpen is bekend, dat in Reusel al 8000 jaar geleden mensen woonden. Er zijn plaatsen, waar grafheuvels uit 3000 v. Chr zijn teruggevonden, zoals in het Kattenbos.

In 1140 kreeg de Abdij van Postel bezittingen en rechten in Reusel. Deze bezittingen breidden zich uit ’tot negen uur in de omtrek’, dank zij schenkingen van Frastradus van Atwicht, Arnoldus van Brabant, Didradus vrouwe van Rixtel en Bertha van Blaarthem. De abdij stichtte er boerderijen, legde visvijvers aan en bouwde de molen. Ook de godsdienstige verzorging en het onderwijs werden door de witheren ter hand genomen. Tot in de 19de eeuw benoemde de abdij van Postel de Reuselse pastoors. De streek bleef echter arm.

De grond was schraal en de pacht hoog, o.m. door de tiende penning en later in de generaliteitsperiode de hoge belastingen. In 1648 werd ook hier de kerk aan de katholieken ontnomen. Men was toen aangewezen op een kapel of bidplaats onder Arendonk, die de katholieken uit Reusel daar hadden opgericht. Later hadden ze een stal op de Loensheuvel in Reusel. In de Franse tijd kregen zij de kerk terug.

De voornaamste middelen van bestaan waren landbouw, veeteelt en de jacht. Schapen werden er veel gehouden. In 1853 telde Reusel nog 733 schapen en 24 schaapherders. Eerst rond 1900 kwam er in Reusel een verandering ten goede, mede door de opkomende sigarenindustrie. Een eerste echte ontsluiting vond plaats door de aanleg van een tramlijn naar Eindhoven en Turnhout. Tot 1940 kende Reusel een constante harmonische ontwikkeling.

Door bombardementen en beschietingen in de Tweede Wereldoorlog kreeg Reusel echter weer zwaar te lijden. De bevolking liep terug, maar na de 50-er jaren volgde een snelle groei, van 4000 inwoners in 1953 naar bijna 7500 in 1986. Door mechanisatie en automatisering liep het aantal arbeidsplaatsen in de industrie en in de landbouw sterk terug.

Overheidsinstellingen: gemeentehuis Groeneweg 1; politiebureau, Beukenlaan 17; postkantoor, De Lens 13; waterschap De Dommel, Molenpad 8, Boxtel.

Nutsbedrijven: elektriciteit: Pnem, rayonkantoor Veldhoven; gas: gemeentebedrijven Eindhoven; water: Waterleidingmaatschappij Oost Brabant, Den Bosch.

Onderwijs-, basisonderwijs: LHNO-school en Mavo-school.

Sport en recreatie: Sporthal Den Boegent en sportpark Den Hoek; bossen en vennen en heidevelden: vennen Grote Cirkel en Kleine Cirkel, 6 km ten noorden van Reusel.

Monumenten: kerk uit 1895; 18de-eeuws huis. Bron: Info gemeente Reusel.