Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ONDERWIJSSTAD

betekenis & definitie

de onderwijsstad in Noord-Brabant is ongetwijfeld Tilburg. Zij neemt een centrale plaats in op dit gebied in de zuidelijke Nederlanden; mede door haar centrale ligging in de stedendriehoek Eindhoven. 's-Hertogenbosch.

Breda, met een goede bereikbaarheid vanuit Zeeland. Limburg en zelfs vanuit België. De vestiging van de Katholieke Leergangen in 1912 heeft daar zeker de aanstoot toe gegeven. Dit instituut behoort thans tot de grootste onderwijsinstellingen in de sektor H.B.O. in ons land. In 1926 kwam daar de Handelshogeschool bij, die nog steeds groeiende is.Op het gebied van het wetenschappelijk onderwijs bezit Tilburg de katholieke hogeschool met de faculteit der economische wetenschappen, de faculteit der sociale wetenschappen en die der rechtsgeleerdheid: verder is er een subfaculteit voor psychologie en een faculteit voor theologische wetenschappen. sinds 1981 ook een faculteit der letteren. In 1986 Katholieke Universiteit Brabant genoemd.

Op het gebied van technisch onderwijs:

a. de hogere technische school voor functies in industrie of technische bedrijven met de volgende afdelingen: weg- en waterbouwkunde, bouwkunde, aannemersstafopleiding, werktuigbouwkunde (alle opleidingen duren 4 jaar):
b. de hogere textielschool (HTexS) met een afdeling produktkunde en textieltechniek en een afdeling technisch-commerciële bedrijfskunde;
c. de middelbare technische school (MTS) voor technische kaderfuncties met een dag- en avondopleiding (duur 5 jaar): d. opleiding tot textiel-laborant (twee jaar in de avonduren).

In het huishoud- en nijverheidsonderwijs:

a. opleiding tot apothekers-assistente (verzorgd door de katholieke leergangen, duur twee jaar);
b. middelbaar huishoud- en nijverheidsonderwijs met: vormingsklas, opleiding tot inrichtingsassistente (Inas). opleiding tot kinderverzorgster. tot huishoudkundige voor inrichtingen, kostuumnaaien, couture en een opleiding oriëntering verzorgende beroepen.

In het middenstandsonderwijs:

a. middelbare

opleiding voor de textiel-detailhandel (Modetex: dagopleiding, duur twee jaar. voor functies in de textielbranche):

b. middelbare detailhandelsschool voor leidinggevende beroepen in de detailhandel (duur drie jaar);
c. hogere detailhandelsschool.

Op het gebied van economisch en administratief onderwijs:

a. middelbaar economisch en administratief onderwijs (MEAO) voor bedrijfsleven of overheidsfuncties (duur drie jaar);
b. opleiding handelswetenschappen voor administratieve functies of verbetering van bestaande posities:
c. hoger economisch en administratief onderwijs;
d. Brabantse Bestuursschool: bestemd voor het verkrijgen van het diploma gemeente-admmistratie (GA 1; duur drie jaar);
e. opleiding programmering; cursus van de katholieke leergangen voor deel I en II, programmering Cobol en Fortran:
f. opleidingen statistiek, voor functies op het gebied van planning, investering en marketing door het Economisch instituut in samenwerking met de Vereniging voor Statistiek georganiseerd.

Lerarenopleiding en opleidingen onderwijzend personeel:

a. Moller-instituut. dagopleiding van de katholieke leergangen in samenwerking met de katholieke hogeschool Tilburg, de katholieke universiteit van Nijmegen en de technische hogeschool te Eindhoven, gestart in 1970 voor een specifieke hogere beroepsopleiding voor leraren:
b. opleiding voor MO akten, voor functies als leraar of lerares bij het voortgezet onderwijs, dag- en part-time opleidingen worden gegeven aan de katholieke leergangen, biedt tevens de mogelijkheid voor tolk vertaler-opleiding in de talen Frans, Duits en Engels;
c. academie voor lichamelijke opvoeding, in de vorm van dagonderwijs in theorie en praktijk (duur vier jaar):
d. academie voor teken- en handvaardigheidsleraren voor akten MO, LO, N-akten en een academieklas. die toelating geeft tot een kunst-academie;
e. opleidingen tot leraar lerares bij het beroepsonderwijs;
f. de pedagogische academies, geven de bevoegdheid tot onderwijzer en directeur bij het basisonderwijs (duur vier jaar);
g.LO akten, geven de bevoegdheid voor lesgeven in het lager onderwijs en in het lager en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs; h. opleidingen buitengewoon onderwijs: aan de katholieke leergangen voor onderwijs aan gehandicapte kinderen, duur twee jaar.

Op het gebied van het sociaal-pedagogisch onderwijs:

a. voor het diploma hogere sociale arbeid (HSA) voor leidinggevende beroepskrachten in het maatschappelijk werk of de arbeidsvoorziening (duur drie jaar);
b. middelbare sociale arbeid (MSA) voor assisterende beroepen;
c. academie voor school- en beroepskeuzewerk, verzorgt sedert 1967 als enige in Nederland een dagopleiding tot beroepskeuze-adviseur voor functies bij particuliere beroepskeuzebureaus. gewestelijke arbeidsbureaus en afd. personeelszaken in het bedrijfsleven (duur drie jaar en vijf maanden voor de dagopleiding, 960 lesuren gedurende vier jaar voor de part-time opleiding);
d. hogere bibliotheek- en documentatieschool. in 1968 gestart, leidt op voor middelbare en hogere functies in openbare, wetenschappelijke en bedrijfsbibliotheken;
e. diploma ziekenverpleging A, in de medisch-technische en verzorgende vakken (duur 3 ½ jaar);
f. opleiding voor gezinsverzorgsters (duur 1 ½ jaar):
g. diploma zwakzinnigenverpleging en ziekenverzorging (duur drie jaar).

In het kunstonderwijs:

a. Brabants Conservatorium: verzorgt muziekvakopleidingen met als doel een vakbekwaamheid te bieden met mogelijkheden werkzaam te zijn op een of meer gebieden in het muziekleven, met diplomamogelijkheden voor uitvoerende kunstenaars, muziekpedagogen en praktijk (duur gemiddeld vijf jaar); naast de muziekvakopleiding bestaat er de mogelijkheid tot dansvakopleiding met twee studierichtingen: de toneeldanser(es) en de richting pedagoog(goge), beide een volledige dagopleiding afgesloten met een door het rijk erkend diploma (duur drie tot zes jaar, afhankelijk van aanleg en vooropleiding);
b. opleiding tot architect aan de academie voor Bouwkunst, voor hen die reeds werkzaam zijn op bouwkundig terrein (duur gemiddeld zes jaar);
c. academie-klas. onderdeel van de teken- en handvaardigheidslerarenopleiding die toelating geeft tot de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam en tot de Jan van Eijck Academie te Maastricht (duur twee jaar).

Overige opleidingen:

a. opleiding voor het bewijs van algemene ontwikkeling, een avondopleiding ter voorbereiding tot de opleiding voor leraar bij het technisch onderwijs en voor de akte Nht (tekenen en handvaardigheid);
b. opleidingen Latijn, bedoeld voor hen die een MO-opleiding volgen en voor de studenten in de rechtsgeleerdheid aan de Katholieke hogeschool;
c. modern Spaans, op de praktijk afgestemd in spreek- en schrijftaal als basis voor verdere studie (duur twee jaar);
d. verkeersacademie, gestart in 1972 ter opleiding voor verkeersdeskundigen, behorende tot het hoger onderwijs;
e. middelbare horeca-school voor ondernemers en kaderfunctionarissen in horecabedrijven, verzorgende en verplegende tehuizen alsmede aanverwante bedrijven. Daarnaast kent Tilburg nog opleidingen tot secretaresse, receptioniste, informatrice. management-assistent bij Instituut Schoevers.

Gelieerde instellingen aan het onderwijs in Tilburg zijn:

1.Vereniging „Ons Middelbaar Onderwijs”.
2. Administratief orgaan van de Katholieke Leergangen.
3. Noord-Brabants studiefonds.
4. Bureau Onderwijssecretariaten.
5. Stichting Gemeenschappelijk Instituut voor

Beroepskeuze.

6. Protestants-christelijke Stichting voor School- en Beroepskeuzevoorlichting.
7. Afdeling Beroepskeuze van het Gewestelijk Arbeidsbureau.
8. Katholiek Openbaar Bureau voor Beroepskeuze.
9. Stichting Kunstzinnige Vorming.
10.Openbare Bibliotheek Tilburg.
11.Gemeenschappelijke Provinciale Bibliotheek-

centrale.

12.Nederlands Textiel-museum.
13.Volkenkundig Museum.
14.Natuurhistorisch Museum.
15. Schrift- en Schrijfmachinemuseum.