Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

LANSCHOT, VAN

betekenis & definitie

bankiersfirma uit ’s-Hertogenbosch, gesticht door Cornelis van Lanschot in 1737, onderneming onder firma tot 1901, omgezet in commanditaire vennootschap onder de naam F. van Lanschot. Ontstaan uit een handel in koloniale waren, met als afzetgebied Brabant en Limburg, het prinsbisdom Luik, en landen van Kleef en Gulik en een groot deel van Belgisch Brabant.

Van Lanschot hield zich al spoedig bezig met het incasseren en disconteren van wissels van cliënten en met het wisselen van buitenlands geld tegen inlandse munt. Van Lanschot heeft voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven in Noord-Brabant grote verdiensten verworven, mede door het agentschap van de Nederlandsche Handelmaatschappij voor handelszaken. In 1978 had de Rabobank 30% van de aandelen Van Lanschot in haar bezit. Ze breidde dat belang in 1982 tot 40 procent uit.