Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ILLUSTERE LIEVE VROUWE BROEDERSCHAP

betekenis & definitie

gevestigd te ’s-Hertogenbosch in een eigen gebouw aan de Hinthamerstraat. De broederschap werd opgericht in 1318; zij is sinds 1642 het eerste oecumenische gezelschap.

Sinds die tijd is de helft van de 36 broeders roomskatholiek en de andere helft protestant. Sinds 1818 zijn ook de leden van het koninklijk huis lid van deze broederschap.Het oorspronkelijke doel was God door Maria te eren. Het gezelschap had de beschikking over een eigen kapel aan de noord-oost kant van de St. Janskathedraal. In 1642 legde de broederschap haar godsdienstig karakter af. Er wordt jaarlijks een broederdag gehouden in Den Bosch, volgens de traditie op de laatste zaterdag van april.

Er zijn 36 broeders. In de achttiende eeuw ontstond het instituut van kandidaat-leden. Wanneer een der broeders overleden was, kon de oudste kandidaat worden verheven tot broeder. In de negentiende eeuw is daarnaast nog het instituut van de candidandi ontstaan. Men moet eerst candidandus worden, daarna kandidaat en vervolgens gezworen broeder en eventueel proost. Elke proost wordt op zijn beurt een jaar lang regerend proost. Een vereiste is, dat de broeders een band hebben met Brabant en dat al eeuwen aan één stuk familie in Brabant gevestigd is.

Tot de families, die een hechte band met de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap hebben, behoren de families Sassen, Van Lanschot, Van Meeuwen, Van Zinnicq Bergmann, Rouppe van de Voort, Tilman, Van der Does de Willebois. Van Rijckevorsel van Kessel, Smits van Oyen en De Kuyper, allen van de katholieke kant. Van reformatorische zijde behoren daartoe de families Van Heurn, De Josselin de Jong, De Jonge van Zwijnsbergen, Van Kinschot, Fentener van Vlissingen en Laman Trip.

In 1818 werd prins Willem van Oranje, de latere koning Willem II, Zwanenbroeder. Sindsdien is er een band met leden van het koninklijk huis gebleven.

Het Zwanenbroederschap werd voor 1600 aangeboden aan degenen, die zwanen aan de broederschap schonken voor het jaarlijkse feestmaal. De eerste Zwanenbroeder werd vermeld in 1488; in 1533 waren er drie en in 1642 acht. Ook Willem van Oranje werd onder de Zwanenbroeders vermeld, in 1566.

De broederschap telde vroeger een groot aantal leden. Tot hen behoorde ook Jeroen Bosch. Voor 1550 werden er ca 100.000 leden ingeschreven, ook uit afgelegen steden, zoals de Hanze-steden, Londen, Wenen, Brussel en Keulen.

Na de val van Den Bosch in 1629 werden de bezittingen van de Lieve Vrouwe Broederschap overgebracht naar het Zwanenbroederhuis aan de Hinthamerstraat. In 1846 werd op de plaats van het uit 1538 daterende broederschapshuis het huidige, neo-gotische pand gebouwd.

Bij gelegenheid van het 800-jarig bestaan van Den Bosch in 1985 heeft de broederschap aan de St. Janskathedraal meubilair, bestaande uit 50 stoelen, een altaar en een lezenaar geschonken voor de Sacramentskapel.

Onder de leden bevinden zich drie vrouwen, prinses Juliana, koningin Beatrix en prinses Irene. Voor leden van vorstelijken bloede is de titel Zwanenbroeder weggelegd. Prins Bernhard en prins Claus zijn zwanenbroeders. Bron: dr. G. van Dijck, De Illustere Lieve Vrouwe Broederschap, 1973; Perspresentatie 1985.