Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BINCK, W. J. C

betekenis & definitie

(De Leur 1889-Breda 1971), priester, promotor van Brabants Heem, amateur-archeoloog. Binck werd als wees opgenomen door een familie in Oudenbosch; hij studeerde op het pensionaat St.

Louis in Oudenbosch en vervolgens op het seminarie Ypelaar; werd priester gewijd en kapelaan in Breda, waar hij, vanwege zijn activiteiten op sportgebied, al gauw de bijnaam „voetbalkapelaan van Breda” kreeg. In 1932 werd hij pastoor te Alphen, waar hij zich al meteen ging inzetten voor de archeologie, toen er begonnen werd met enkele oudheidkundige opgravingen; zo werd o.m. een pestkerkhof naar boven gehaald, terwijl later in samenwerking met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek ook een merovingisch grafveld werd teruggevonden. Pastoor Binck werd in 1940 de oprichter van Brabants Heem, waarin hij heemkundigen ging verenigen ook al om de Duitse Sibbekunde-verspreiding in de oorlog te voorkomen. Toch kwam de Stichting Brabants Heem vooral eerst na de oorlog tot volle bloei, met tientallen heemkundekringen verspreid over de gehele provincie, met een eigen blad en met jaarlijkse studiedagen. Pastoor Binck trok het gehele gewest door om lezingen te geven en nieuwe kringen te stimuleren. Van de Poolse bevrijders kreeg hij het Poolse zilveren kruis van verdiensten.

Nadat hij het voorzittersschap van de stichting Brabants Heem had neergelegd werd hij met algemene stemmen benoemd tot ere-voorzitter. Op 2 december 1971 overleed deze markante figuur als emeritus-pastoor te Breda.Bron: Brabants Heem 1959.