Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

WINSEMIUS, Pier

betekenis & definitie

geschiedschrijver (Lwd. 1586Franeker 2.11.1644). Na studie aan verschillende universiteiten (o.a.

Duitse) promotie te Caen (1611). Vestigde zich als advocaat te Lwd., volgde 5.12.1616 B.

Furmerius op als historieschrijver van Frl. Verzorgde een uitgave van Hamconius’ Frisia en een derde deel van Furmerius’ Annales.

Zijn hoofdwerken er zijn nog negen kleinere historiegeschriftjes bevatten gegevens die elders niet vermeld worden. Hoogl. in Franeker in welsprekendheid en geschiedenis (1638).

Hogeschool.Wrk.: Chronique ofte hist. geschiedenisse van Vrieslant, beginnende vanden jaere nae des werelts scheppinghe 3635, ende loopende tot den jare nae de gheboorte Christi 1622 (1622); Historiarum ab excessu Caroli v Caesaris, sive rerum sub Philippo 11, per Frisiam gestarum libri septem; 2 boeken (1629); boeken in en iv (1633); te zamen in zeven boeken (1646).

Zie: Boeles 1, 2de dl., 151-156; N.B.W. x, 1224-1225.

< >