In de 19de en het begin van de 20ste eeuw vond hier en daar W. aan werklozen plaats, dank zij gem. en particuliere initiatieven (keien kloppen, wegenverbetering, vlasbraken, enz.). Later ging men over tot ontginning van woeste gronden, vooral in O.-Frl.
Tijdens de crisisjaren vóór W.O. II nam deze vorm van W. een zeer grote vlucht.
Het woord W. is verdwenen. Naarmate echter de stand van de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft, worden met rijkssteun zgn. aanvullende werken uitgevoerd.
Deze bestaan behalve uit ontginningen bijv. uit landaanwinning, wegenaanleg en -verbetering, ruilverkavelingswerken, herontginningen, aanleg van sportvelden, ijsbanen, zwembaden, begraafplaatsen. Door de relatief grote werkloosheid had deze verruiming der werkgelegenheid in Frl. ook na W.O.
II een zekere betekenis, zie Arbeidsmarkt, Werkhuis, Werkloosheid.Zie: Th. Westerhoff, De directe mogelijkheden der W. bij de werkloosheidsbestrijding (Zwolle 1938).