Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

STANIASTATE

betekenis & definitie

Landgoed te Oenkerk, genoemd naar Jeppe v. Stania (tak van het uit Reitsum afkomstige geslacht).

Ca. 1700 kwam het in bezit van Hans Hendrik v. Haersma, die het ca. 1740 verbouwde en de nieuwe tuin door J.

H. Knoop liet ontwerpen.Na zijn dood verkochten de erven S. aan Jan de With, gezagvoerder der Oostindische Compagnie, die het ‘Hofwegen’ noemde, naar zijn schip. Diens zoon Michiel verkocht S. 1808 aan Jacob Nanning baron du Tour. In 1843 werd T. M. T. Looxma eigenaar en bouwde een nieuwe S., met tuinaanleg van L.

P. Roodbaard. S. kwam 1877 aan W. J. v. Welderen baron Rengers, schoonzoon van T. M.

T. Looxma. Het St.-Anthony gasthuis te Lwd. kocht S. in 1932 en stelde het beschikbaar als uithof voor het Fr. Museum (1934-54). In 1953 kocht jhr. Van Loon het landgoed, dat aan een stichting kwam en nu als conferentieoord dienst doet.

Er is een permanente landbouwtentoonstelling en een jeugdherberg in een nevengebouw. Zie: Leeuw. Cour. (9, 13, 17, 20, 24.7.1934); Repert., 211.

STANSIUS, Theodorus. Van 1674 tot zijn dood in 1705 een vooraanstaand man te Harlingen, medevolmacht ten landdage en gecommitteerde raad ter admiraliteit . Zie: V.A. (1895), 106.