Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

GASTHUIS

betekenis & definitie

Oudste instelling van liefdadigheid in Frl. Doel 15de-17de eeuw: opvangcentrum pelgrims en doortrekkende reizigers vooral in de afdeling beijert; inrichting voor armen- en wezenzorg; huisvesting proveniers, die zich inkochten.

Laatste bestemming werd hoofddoel, toen naast het G. andere gestichten (armhuis en weeshuis) kwamen. Thans echter nog in het reglement St.-Anthony-G. te Lwd.: '‘strekt in het algemeen ter voorkoming van armoede' (art. 1).Oudste G.en zijn gewijd aan en genoemd naar H. Antonius, schutspatroon van armen en zieken, bedelaars en zwervers: te Lwd. gesticht ca. 1425; Bolsward ca. 1450; Sneek 15de eeuw. Naast het oude St.-Anthony-G. te Lwd. (in 1878 door een nieuw gebouw vervangen) in 1880 een Nieuw St.-Anthony-G. gebouwd. Proveniers moeten een jaar in de stad gewoond hebben. Voorts te Lwd. nog vier G.en: Gabbema-G. (1634), Ritske Boelema-G. (1547), Marcelis Goverts-G. (doopsgez.) (1658) en Boshuisen-G. (1652). Ook op het platteland nog een enkel G., bijv. te Dronrijp: Vredenhof-G., Marsum: Popta-G. (1710). Slechts in twee Fr. steden is het voor de steden in Holland (Haarlem, Leiden, Delft) zo karakteristieke hofje voor een ‘open’ G. vrij zuiver bewaard, t.w. in Franeker met zijn Westerhuis-VrouwenG. (i737), bestaande uit 18 vertrekken in carré, en te Harlingen het Hofje, ook de Wasbleek geheten, met 45 kamers, beide beheerd door de herv. diaconieën ter plaatse.

In het Harlinger Hofje waren in de 18de eeuw zelfs vertrekken gereserveerd om er geesteszieken in te sluiten, die te lastig waren voor verpleging thuis. Lwd. heeft relatief (grootte en aantal inwoners) het grootste aantal G.en behouden, daardoor thans ook minder moderne tehuizen voor bejaardenzorg. Vooral het archiefbezit der oudste G.en (St.-Anthony) is voor de wetenschap van groot belang.

Zie: W. Eekhoff, Gesch. v.h. St.-Anthony-G. te Lwd. (1854, 21893); id., Oorkonden der Gesch. v. h. St.-Anthony-G. uit de 15de en 16de eeuw (1876); A. Lycklama a Nijeholt, Beschr. van het Boshuisen-G. te Lwd... (1875); R. Visscher, De Archieven v. h.

St.-Anthony-G. 1425-1813 (1921); G. Gosses, De Fr. oorkonden uit het archief v. h. St.-Anthony-G. (1928); Lijst van leenen, G.en enz. (in Frl. door E. M. van Burmania).

< >