Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SCHEEPVAART

betekenis & definitie

Geschiedenis. Over het uiterlijk van de Fr. schepen in de Romeinse tijd vertelt het zgn.

Utrechtse schip van ca. 16 t uit de iste-3de eeuw n.C. In de 8ste eeuw is er Fr. handel op Engeland en Denemarken, dus zeevaart.

Zie Compendium: Handel.De Friezen hadden een eigen scheepstype, anders dan de Deense drakenschepen en de Engelse snacca’s. Sedert de nde eeuw drukke handel op de Oostzee (muntvondsten!) uit Staveren, Bolsward, Lwd., Dokkum, Molkwerum, Hindeloopen, Workum en Sneek. Op zegels uit de 13de eeuw (Medemblik, Staveren) afbeeldingen van Fr. koffen. Sedert de 15de eeuw wel Fr. schippers, maar geen Fr. kooplui. Amsterdam wordt de haven en stapelmarkt (zie Hindeloopen). De Friezen gebruiken dan koffen, galjoten, fluiten en smakken, ’s Winters zijn de schepen te Amsterdam.

In het vroege voorjaar worden ze op de Fr. werven opgeknapt. Scheepswerven e.d. houdt Frl. wel. Ca. 1780 zijn er nog 1000 Fr. schepen in de vaart en bloeit Hindeloopen. Na 1830 komt het verval. Frl. wordt een agrarisch gewest, tot er in onze tijd opleving komt. s Binnenscheepvaart, Binnenvloot, Coasterbouw, Kustvaart, Scheepsbouw, Vaarwegen. Zie: I.H. xxxv (1957), 131-135 (met lit.).