In het 16de-eeuwse Frl. naam voor prestaties in geld of natura, bijv. ook voor de kerklasten. Later wordt het woord meer gereserveerd voor wat de meier aan de landheer verschuldigd is.
Deze P. verviel (behalve in de Wouden, waar de vervaldag 1 mei was) meestal op 11 nov., maar werd dikwijls pas in het volgende jaar betaald.