Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

OUDEMIRDUM

betekenis & definitie

(Fr.: Âldemardum; um-naam). Komdorp in Gaasterland aan de weg Sloten-Staveren (891 inw., van wie een deel onder Elfbergen).

Herv. kerk, geref. gem., chr. lagere school. Veeteelt, landbouw.

N. van O. de Gemeentebossen, W. het Jolderenbos. Riniastate (19de eeuw).

Toerisme, o.a. bungalowdorpje in het Fonteinbos. De hoge gronden eindigen bij 0. in het O.er Klif.Zie: Hepkema Memories, 493; Reg. Leeuw. Cour., 56; Repert.,195.

Oudemirdumer Klif. Natuurmonument, sedert 1927 eigendom van de Ver. tot behoud van Natuurmonumenten. -> Klif.

Voor de afsluiting van de Zuiderzee was het klif een mooie, onbegroeide keileemwand, door de branding in stand gehouden (zie Kliffen). Thans begroeid; op een deel wordt de begroeiing elk jaar verwijderd. Aan de voet veel zwerfstenen. Nog restanten van de zilte flora, o.a. blauwe zeedistel.