(houtsnijkunst). Niet specifiek Fr., populair langs de hele Noordzeekust.
Tot in de 20ste eeuw versierden nijvere handen met een passer en een spits, scherp mesje allerlei gebruiksvoorwerpen over het hele oppervlak. Het geometrische karakter der versiering beperkt het aantal grondpatronen, maar het werd met fantasie gevarieerd.
Voorwerpen in Fr. verzamelingen bewijzen dat de K. eeuwenlang onveranderd is toegepast. In Workum en Lemmer is de K.techniek op aardewerk toegepast, stellig zelfstandig, maar de K. in ceramiek is al in de Europese prehistorie bekend.