Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HANNEKEMAAIER

betekenis & definitie

(Fr.: hantsjemier). Grasmaaiers uit Westfalen die tot ca. 1900 greidboeren bij de hooioogst hielpen, het eerst vermeld na 1600.

De H.s of poepen verhuurden zich op zgn. poepemarkten in enkele greidcentra. Zij leefden sober, werkten hard; het overgespaarde geld hadden deze arme kleine boeren hard nodig.

Toen Duitsland in de 19de eeuw industrialiseerde en in Nederland de maaimachine haar intree deed, nam het ‘Holland gehen’ af. Evenals elders leeft ook in de Fr. overlevering de H. als iemand van spreekwoordelijke onnozelheid en eetlust.

Dam J aarsma heeft tal van ‘poepeteltsjes’ uit de volksmond verzameld, zie Lapkepoepen.Zie: Leeuw. Cour. (2,3.6.1949); I.H. (1952), 145-148,186-189; B. xvii (1955), 18-23.