Wat is de betekenis van hannekemaaier?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hannekemaaier

(1710, vero.) lompe, ongemanierde kerel; stijf, houterig persoon. Oorspronkelijk een spotnaam voor een Duitse (Westfaalse) gastarbeider die tijdens de hooitijd de grens overtrok. Volgens Van Dale sedert ca 1710 en afgeleid van het Nd. ‘hankemeier’, van hanke (Hanneke), van Johannes, de benaming is ontleend aan het feit dat de maaiers o...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hannekemaaier

[missch. verband met Hans, bijnaam voor Duitser] maaier uit Duitsland of althans uit het oostelijke grensgebied afkomstig; ook: lomp iemand (vgl. grobbejanus).

2024-04-26
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

HANNEKEMAAIER

(Fr.: hantsjemier). Grasmaaiers uit Westfalen die tot ca. 1900 greidboeren bij de hooioogst hielpen, het eerst vermeld na 1600. De H.s of poepen verhuurden zich op zgn. poepemarkten in enkele greidcentra. Zij leefden sober, werkten hard; het overgespaarde geld hadden deze arme kleine boeren hard nodig. Toen Duitsland in de 19de eeuw industrialisee...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hannekemaaier

s., hantsjemier, (seine)poep.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hannekemaaier

m. (-s), Westfaling of bovenlander, die in de hooitijd naar Nederland komt om gras te maaien; (fig.) lompe, ongemanierde kerel; ook: stijve, houterige vent.

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Hannekemaaier

grasmof of mof, naam voor Duitse arbeiders, die in de 18e eeuw in groten getale, doch in mindere mate ook vroeger en daarna, elk seizoen naar Nederland kwamen om bij het hooien te helpen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hannekemaaier

m. hannekemaaiers (eig. Hanneke of Hansje de maaier: Westfaalse grasmaaier; fig. lomperd, botterik); vero.

2024-04-26
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Hannekemaaier

Duitsche grasmaaier. Losse maaier uit een andere streek, die den boer opgaat om maaiwerk te verrichten. Het woord is gevormd uit Hanneke (Johannes) en maaier. Lomp, ongemanierd mensch. Lomperd.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Hannekemaaier

Hannekemaaier - (Duitsch: Hollandsgänger), Duitsche arbeider, die periodiek in Ned. werk zocht. H. komen al voor begin 17e eeuw. Verklaarbaar uit den econ. bloei van Ned. en de ontstellende armoede in N. Duitschland (gevolg van den 30-jarigen oorlog, 1618-1648). Sedert werd de jaarlijksche uittocht steeds grooter tot midden 18e eeuw (in 1750...