Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

GROOT-FRIESLAND

betekenis & definitie

Het gebied van Sincfal (Zwin) tot Weser, waarover Aldgisl misschien in de 7de eeuw regeerde. Dagobert 1 (623-639) had Utrecht in bezit.

Onder Redbad (679-719) ging dit gebied verGroot-Friesland onder Karel de Grote (naar K. von Richthofen), zich uitstrekkend van Sincfal tot Wezer. Noordfriesland werd wrsch. in de Noormannentijd gekoloniseerd loren.

O. grensde G.-f. aan Denemarken (zie Fositesland) en bij de Weser aan het land der Saksen (zie Lex Frisionum). De naam G.-f. leeft nog in de 9de eeuw.

Het land van Zwin tot Weser heet dan hertogdom Frl. (ducatus Fresiae). Dorestad en Tiel horen er soms bij.

De het land binnendringende brede riviermonden (Vlie, Lauwers, Eems) maakten het bestuur moeilijk. Wrsch. bestond het land in de Frankische tijd uit vele gouwen (pagi) onder graven (bijgestaan door prefecten en schouten).

De Noormannen hebben de definitieve ondergang van G.-f. bezegeld. In 863 werd Dorestad vernietigd.