Het E. regelt de overgang van vermogen van een overledene op een levende. Wij kennen E. bij versterf en testamentair E.
Het laatste was volgens Oudfr. recht (bezit dient het geslacht) uitgesloten. De kerk moedigde al in de Frankische tijd, met behulp van het canonieke recht, schenkingen aan de kerk bij leven en na dood sterk aan, zodat in de M.E. ook al testamenten voorkwamen ten bate van niet-kerkelijke instellingen.
Ook het E. bij versterf week van het huidige af; eerst erfden de kinderen (met voorkeur voor jongens), dan de ouders, en daarna broers en zusters. Ontbraken deze ‘zes handen’, dan erfde het naaste bloed.
Reeds in de M.E. verdween onder invloed van het Romeinse recht o.m. de bevoorrechte positie van de zoons. zie Graden van verwantschap.Zie: H. Tagert, Familienerbe in Frl. (Weimar 1937); Akademiedagen lI (Amsterdam 1949), 37-72.