Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DOMINICANEN

betekenis & definitie

Kloosterorde gesticht ca. 1216 door Domingo Guzman (St.-Dominicus), als vereniging van kanunniken, tevens bedelorde. Voornaamste doel: prediking, door studie gesteund.

Zij heetten ook predikbroeders, bonte papen of jakobijnen. In 1245 vestiging in Lwd.; ca. 1509 ook een zusterklooster; beide opgeheven in 1580 (Bonte Papesteeg).

De D. keerden 1628 als missionarissen terug en vestigden zich weldra in het oude dominicanessenklooster, waar zij bleven tot in 1937 een nieuwe kerk buiten de oude stad gereedkwam. Van 1630-46 ook in Workum.Zie: C. H. Lambermond, De D. te Lwd. (1946). Dominicanessen, zie Leeuwarden (kloosters).