Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BOEZEMWATERSCHAP

betekenis & definitie

Naam (speciaal in Frl.) voor waterschappen die geen zeewerende waterschappen of veenpolders zijn. Aan de groep worden nog steeds nieuwe toegevoegd, terwijl andere door combinatie of om andere redenen verdwijnen.

Een B. kan zijn een bemalingswaterschap, ontstaan door bedijking van vroegere boezemlanden of door omzetting van een particuliere polder in een waterschap; het kan ook andere taken hebben: onderhoud van vaarten, wegen, rivieren en waterlossingen, bruggen; zelfs kan het alleen zijn opgericht om een financiële bijdrage te leveren voor een waterstaatkundig doel (Eewal); het kan zelfs om andere redenen niets met de boezem hebben uit te staan (Blija Buitendijks). Meestal zijn in een B. enkele van bovenbedoelde taken gecombineerd.De in de praktijk wel gebezigde aanduidingen als ‘wegwaterschap’, ‘brugwaterscbap’ e.d. hebben geen officiële betekenis. De B.en worden voor het merendeel beheerst door het algemeen reglement van de B.en, naast welk algemeen reglement elk waterschap nog een bijzonder reglement heeft. Een aantal B.en, zgn. volmachtenwaterschappen, in opp. groter dan de andere (o.a. Boven Tjonger Grootdiep, de Linde, Oud Diep), wijkt wat bestuursinrichting betreft af van de andere B.en: een vergadering van door de ingelanden gekozen volmachten oefent daar hoogste bestuursmacht uit, terwijl de voorzitter, en soms het gehele dagelijks bestuur, door Ged. Staten wordt benoemd. De oprichting van nieuwe B.en wordt beheerst door het reglement van B.en in Frl. (Prov. Blad nr. 46 van 1955).