Blinde Fries (8ste eeuw), ‘bij de buren bemind, omdat hij minzaam was en de daden der ouden en de gevechten der koningen, harpspelend, wist te bezingen’. Aldus Altfried in zijn Leven van Liudger.
Deze ontmoette B. ca. 790 bij een edele vrouw in Oostfrl., en genas hem. B., de oudste ons bekende Westgermaanse dichter, zong voortaan psalmen.
Het getuigenis is waardevol; de inhoud der heldenliederen is onbekend.Zie: Repert., 227.