minzaam
minzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. beleefd en vriendelijk tegen iemand die je minder acht dan jezelf ♢ Hij sprak op minzame manier met zijn knecht. Woordherkomst Naamwoord van handeling van minnen met het achtervoegsel -zaam
Wiktionary (2019)
minzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. beleefd en vriendelijk tegen iemand die je minder acht dan jezelf ♢ Hij sprak op minzame manier met zijn knecht. Woordherkomst Naamwoord van handeling van minnen met het achtervoegsel -zaam
Muiswerk Educatief (2017)
minzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: min-zaam 1. vriendelijk, maar wel een beetje uit de hoogte ♢mevrouw Van Tefelen gaf hem een minzaam knikje Bijvoeglijk naamwoord: min-zaam ... is minzamer dan ... ...
Dr. E. Schröder (1980)
Het woord minzaam wordt veelal gebezigd wanneer men wil uitdrukken dat een hooggeplaatst persoon welwillend en vriendelijk optreedt tegenover mensen met een lagere positie. Men zegt dat de koningin minzaam dankte voor het gejuich waarmee zij werd begroet. Het woord minzaam kwam al in het Middelnederlands voor. Men acht het waarschijnlijk dat het na...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: