(Fr.: Barhûs). Adellijk huis tussen Goutum en Wirdum, vroeger van de Aytta’s.
In de 15de eeuw vergaderde de landdag van Oostergo hier vaak. Thans boerderij bij de vroegere spoorwegovergang, waaraan een algemeen verbreide roverssage is verbonden: een als vrouw verklede roverhoofdman wordt ontmaskerd door de booswicht een appel in de schoot te gooien.
Een soldaat helpt om de uit hun hinderlaag komende bendeleden onschadelijk te maken. Aan diens moedig gedrag zou het 'standbeeld’ te danken zijn, dat vóór het huis is geplaatst.
De uniform van het soldaatje is die van het keizerlijk infanterie-regiment van de keurvorst van Beieren (1741-45). De lokalisering der sage is dus jong, de betekenis van het beeld blijft duister.
Men onderscheidt oud-B. (met gevel uit 18de eeuw) en Nieuw-B. (met beeld). Hier vlakbij was de Barrahuisterazijl, een oude zijl in de Middelzeedijk van Oostergo, later een binnenzijl voor de afwatering van het nieuwland. Zie: Hepkema Memories, 12; Reg. Leeuw. Cour., 44; Repert., 176.