prinses van Oranje-Nassau (Den Haag 9.4.1634-Oranjewoud 14.5.1696). Dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms.
Huwde te Kleef 2.5.1652 haar achterneef Willem Frederik. Amalia wantrouwde Willem Frederik als eventuele opvolger van Willem II.
Na de dood van haar echtgenoot (1664) nam A. het stadhouderschap over Frl., Groningen en Drente waar tot de meerderjarigheid van haar zoon Hendrik Casimir II (1675), wiens opvoeding haar veel moeilijkheden gaf. In 1672 droeg zij veel bij tot de verdediging van Frl., ook financieel.
In de twisten tussen haar zoon en Willem in trachtte zij te bemiddelen. Na 1679 leefde zij meestal in Nassau, waar zij de regering had behouden en Oranienstein bij Diezie liet bouwen, en op het eveneens door haar aangelegde Oranjewoud.Kunstlievend, gaf grote feesten, liet veel schulden na.
Zie: N.B.W. I, 60; J. C. van der Does, Prinsessen uit het huis van Oranje (1938), 146; J. Steur, Moeders uit ons vorstenhuis (1938),
119; N. Japikse, De geschiedenis van het huis van Oranje-Nassau II (1938), 34, 90; Repert. 222; Reg.
Leeuw. Cour., 27.