Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Kuyper

betekenis & definitie

Ondernemersgeslacht te Krommenie in de 18e eeuw.

De doopsgezinde familie Kuyper is een typisch voorbeeld van een geslacht van rolreders/zeildoekfabrikeurs. Een rolreder bestierde het gehele produktieproces van ‘canefas’. Hij kocht de gedorste hennep, liet die door een hekelaar op loon hekelen en vervolgens beuken in een hennepklopper (waarin hij zelf meestal een aandeel had), vervolgens in zijn eigen ziedhuis koken met potas en drogen op zijn erf. Dit laatste werd gedaan door de ziedhuisknecht, zijn enige personeelslid. De gedroogde hennep werd tot garen gesponnen door thuiswerksters of in een spinhuis en vervolgens werd het garen aan thuiswevers in loon uitgegeven. De produktiemiddelen van een rolreder waren dus betrekkelijk eenvoudig; hij besteedde vrijwel al het werk uit.

Jan Simonsz Kuyper (♰ 1709), getrouwd met Aagje Jacobs Lakeman (♰ 1728), was zo’n rolreder, op de Zuiderhoek van de Padlaan. Zijn schoonvader Jacob Jansz Lakeman was eveneens rolreder, en een aanzienlijk persoon in Krommenie. Na het overlijden van Jan zette Aagje de zaken voort, daarin bijgestaan door Jan Hendriksz Louwe, met wie zij later zou trouwen. Drie van haar vier zonen uit haar eerste huwelijk werden rolreder.

De oudste zoon, Simon Kuyper (♰ 1746). gehuwd met Aagje Neeltjes en na haar dood met Mana de Vries, had een eigen rolrederij, overigens evenals zijn beide schoonvaders. De tweede zoon. Jacob Kuyper (♰ 1736). gehuwd met Lysbeth Bootsma, had ook een rolrederij voor eigen rekening. Na zijn dood zette Lysbeth de zaken voort met de meesterknecht Pieter Dirksz Booy met wie zij later trouwde. Haar zoon Jan Kuyper (1732-1794) zette de zaken voort als de firma Wed. P Booy & Zoon.

Hij trouwde Lysbeth Kaars (1733-1767), dochter van de bekende rolreder Sybrant Jans Kaars en Aagje Jansd Besse. Hun zoon Jacob Kuyper (1763-1812), overigens een vurig en militant patriot, verkocht de zaken aan de Amsterdamse firma Buys, de Bordes en Jordan, die het bedrijf opwerkte tot een der grootste zeildoekaffaires in den lande. De dochter Grietje (1779-1855) van Jan en Lysbeth trouwde Remmert Laan (1775-1831), de tweede generatie firmant van Wessanen en Laan, en werd daarmee de stammoeder van de Wormerveerse fabrikantenfamilie →Laan.

De derde zoon. Jan Kuyper (♰ 1783), ging zijn eigen weg en werd kaaskoper Hij trouwde Neeltje Kook. Hun zoon Engel Kuyper (♰ 1795) en kleinzoon Jan Kuyper (1766-1846) waren eveneens kaaskopers.

De vierde zoon, Pieter Kuyper (♰ 1775) nam zijn vaders rolrederij over en dreef daarnaast ook een handel in rollen, aangezien zijn ziedhuis onvoldoende capaciteit had. Hij trouwde Bregje van Assem (♰ 1774), dochter van de rolreder Gerrit Jansz van Assem. Hun dochter Etje Kuyper (1736-1781) huwde Jan Kaars (1735-1812), een broer van Lysbeth Kaars (die met zijn neef Jan Jacobsz was getrouwd). Etjes dochter, Bregje Kaars (1775-1803) huwde Hendrik Sijpesteijn en werd de stammoeder van het Krommenieër geslacht →Kaars Sijpesteijn.

De oudste zoon van Pieter en Bregje, Jan Kuyper (1741-1782) was eveneens rolreder te Krommenie. De tweede zoon Gerrit Kuyper (1744-1775) huwde Neeltje Schenk, stammend uit de rijke familie Schenk, handelaars in potas en weedas, olieslagers en kaaskopers. Hun zoon Gerrit Kuyper (17681797) deed het niet zo best en moest naar het ‘verbeterhuis’.

De laatste zoon van Pieter en Bregje, Simon Kuyper (1747-1799), gehuwd met Maartje Kool, zocht het in de fabricage van loodwit en vestigde zich in Rotterdam.