Cornelis Johan (Hoofddorp 1858 Wassenaar 1931). Schrijver van kinderboeken, waarvan ‘Dik Trom’ (met de platen van Johan Braakensiek) ongetwijfeld de grootste bekendheid kreeg; in feite is Dik Trom zelfs 100 jaar nadat het werd geschreven nog steeds het bekendste jeugdboek.
C. Johan Kieviet was de tiende in een gezin met elf kinderen. Zijn vader was timmerman, de gezinsinkomsten waren ten dele afkomstig van kostgangers, onder wie verschillende onderwijzers. Wellicht heeft dit hem bij zijn beroepskeuze beïnvloed: C. Joh Kieviet werd zelf ook onderwijzer. Hij werkte onder meer in Hoofddorp, Lisse, Delft, den Haag en Zaandam, waar hij (hoe kon het anders in de Zaanstreek) door zijn leerlingen als autoritair werd omschreven. Op zijn 59e keerde hij vervroegd het onderwijs de rug toe (wegens suikerziekte); hij verhuisde naar Wassenaar. Daar bleef hij schrijven.
Zijn eerste boek, De twee neven, ontstond in 1890. Meteen daarna volgde Uit het leven van Dik Trom (1891) en vervolgens Fulco de Minstreel (1892), Het slot op den Hoef (1897), Wilde Bob (1900) en Okke Tannema (1904). Andere bekende jeugdboeken van Kieviet zijn: Het badreisje van Cor Slump (1895), Jaepie-Jaepie (1897), De club ‘Van Zessen Klaar’ (1898), Ab en z’n vrienden (1903), De club op reis (1903), De zoon van Dik Trom (1907) en Dik Trom en zijn dorpsgenoten (1920). In totaal schreef Kieviet meer dan 50 jeugdboeken. In 1908 (hij was toen ‘hoofd ener school’ Bakkerschool aan de Oostzijde in Zaandam) verscheen In den Otter, een vrijwel volledig op het Zaanse verleden geënt jongensboek. Andere min of meer Zaanse boeken waren De Kennemer vrijbuiter (1905) en De zeerover van Oostzaan (1927). Zie ook: Onderwijs 1.2.5.