Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Kerkelijke gezindheid

betekenis & definitie

De hervormde (tot de doleantie ‘gereformeerd’ genoemde ) staatsgodsdienst was tot na de Tweede Wereldoorlog in Zaandam steeds de belangrijkste kerkelijke richting. In de 19e eeuw vormden de doopsgezinden een kleinere, maar zeker niet minder invloedrijke groepering; van hen behoorden relatief velen tot de bestuurlijke en economische elite in de stad.

De rooms-katholieken, hoewel getalsmatig even sterk, hadden daarentegen weinig invloed; de meesten van hen behoorden tot de armere inwoners. Zij woonden vooral op ’t Kalf en in de Oostzijde, waar ook hun kerken stonden.Bij de samenvoeging in 1811 was de verdeling naar godsdienst als volgt: nederlandshervormd 5875, rooms-katholiek 1118, oudkatholiek 79, doopsgezind 1116, luthers 669 en joods 117. Hierbij vallen de in verhouding tot andere gemeenten grote aantallen luthersen en joden op. Zij woonden voornamelijk in het voormalige Westzaandam. In de 17e en 18e eeuw hadden vele lutherse immigranten hier werk en huisvesting gevonden. De reden van vestiging van de joodse bevolkingsgroep is niet duidelijk; tot aan de Tweede Wereldoorlog is deze groep nagenoeg stabiel aanwezig gebleven.

Van der Aa telde in 1851 140 joden en daarnaast 1000 luthersen, 1700 rooms-katholieken, 6700 hervormden, 1130 doopsgezinden en een ongenoemd aantal oud-katholieken. Opvallend is hierbij de groei van de aantallen luthersen en rooms-katholieken.

Het aantal lutheranen zou vervolgens echter afnemen. In 1947 behoorden zij (evenals doopsgezinden, oud-katholieken en joden) tot de toen niet meer gespecificeerde verzamelgroep ‘overigen’. Op een totaal van 41.698 inwoners bestond deze groep toen uit 3354 personen, voorts waren er 7328 nederlands-hervormden, 6859 rooms-katholieken en 4752 gereformeerden. De ontkerkelijking was toen al in volle gang, zodat het aantal van 19.405 niet-kerkelijken geen verwondering wekt. Bij de laatste telling (1960) was het aantal onkerkelijken toegenomen, hoewel het nog juist onder de 50 % bleef: 24.600 van de 49.382 ontvangen opgaven bevatten de mededeling ‘geen godsdienst’. De rooms-katholieken, 9061 in getal, hadden inmiddels alle andere godsdienstige groeperingen overvleugeld.

De hervormden handhaafden zich op 7444 en de gereformeerden waren in aantal toegenomen tot 5502. Er werden nog slechts 2775 ‘overigen’ geregistreerd.

< >