Bij de hiervoor behandelde landschapsbeschrijving is in beperkte mate aandacht gegeven aan de bebouwing van onze omgeving. Het Zaanse landschap is daardoor echter mede bepaald geweest.
Zeker de laatste decennia is het bebouwings-aspect in toenemende mate een zaak van overheidszorg en publieke discussie.Hoewel het hiervoor beschreven 'natuurlijk landschap' feitelijk mede ontstond door menselijke invloeden, zodat beter van een cultuurlandschap kan worden gesproken, zijn het ook de industriële activiteiten en de daardoor sterk toegenomen woonbebouwing die de Zaanse omgeving, dus het landschap. mede hebben beïnvloed. Het open land telde
sinds de 17e eeuw langs de Zaan en vooral ook langs de haaks op de Zaan staande sloten een zeer groot aantal molens. Bij deze concentratie kon met recht van een ‘molenlandschap' worden gesproken. Toen zich in de tweede helft van de vorige eeuw uit een aantal molenbedrijven werkelijke industrieën ontwikkelden, gekenmerkt door grote en dikwijls hoge bedrijfspanden, werden deze veelal op en bij de bestaande molenlokaties gebouwd. De bereikbaarheid via vaarwegen was daarbij van belang. Het gevolg was echter een sterk verbrokkeld industrieel landschap, dat de 'skyline' van de Zaanstreek tot op de dag van vandaag is blijven bepalen Concentraties van fabrieken vindt men bijvoorbeeld (naast de inmiddels verdwenen groepering van zagerijen en houtloodsen in het Westzijderveld) langs de oevers van de Binnenzaan in Zaandam, op de Koger Hem, aan de Poel, langs de Zaan in enkele gedeelten van Wormerveer en Wormer en westelijk van de Nauernase vaart in Krommenie. Tussen deze fabrieksconcentraties bleef het landschap een open karakter behouden, of werd met woningbouw opgevuld.
Dit kenmerkende patroon kon alleen ontstaan in samenhang met de industriële ontwikkeling in een tijd waarin men zich niet of nauwelijks met ruimtelijke ordening bezighield. Elders en later ontstane industriegebieden zijn dan ook meer overwogen ingedeeld dan het oude Zaanse industriële landschap.
Sinds na de Tweede Wereldoorlog is het gemeentelijk beleid waar mogelijk gericht op de inrichting van industriegebieden met een meer gegroepeerde invulling. Dat werd in de hand gewerkt door de toename van het wegverkeer en de afname van het belang van nabijgelegen vaarwater. Evenals de zeer omvangrijke nieuwbouw van woningen ging de inrichting van deze industrieterreinen ten koste van vrij grote oppervlakten ‘natuurlijk' landschap. Het bestaande industriële landschap, voornamelijk langs de Zaan, bleef visueel nog lang in grote lijnen ongewijzigd en zal ook in de toekomst in belangrijke mate het karakter van de Zaanstreek blijven bepalen. Een aantal sterk verouderde panden is of zal worden gesloopt, zodat op langere termijn wellicht een meer geordende situering van de industrie in de Zaanstreek zal worden bereikt. Het is onzeker in hoeverre recente plannen tot uitbreiding van de woningbouw langs de Zaanoevers (zie →Zaanoeverproject) dit proces van ordening zullen beïnvloeden.
K Woudt.