Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Massaproductie

betekenis & definitie

Industriëele voortbrenging van gelijke artikelen in groote hoeveelheid. Het feit dat hierbij, vooral bij relatief hooge vaste kosten, d.w.z. productie met een relatief groot vast kapitaal, de kosten per geproduceerde eenheid bij toenemende hoeveelheid dalen, heeft Karl Bücher aanleiding gegeven te spreken van een „wet van de massaproductie” (Die Entstehung der Volkswirtschaft II 8ste 1925).

De toenemende M. heeft een eigen afzetprobleem tengevolge. Massale voortbrenging vereischt ook massale afzet, waardoor de groote massa der overwegend loontrekkenden als afnemer beteekenis krijgt. Hieruit volgt dat de koopkracht van deze massa, naast de lage productiekosten, van dusdanig belang wordt dat een innerlijke tegenstelling tusschen de wensch naar lage loonen en groote koopkracht ontstaat en een poging tot herstel uit een crisis via drastische loonsverlaging tevens het gevaar voor verscherping van de crisis door vernietiging van de koopkracht voor massaproducten beteekent. zie:-Optimum, Koopkrachttheorie.