Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Banking principle

betekenis & definitie

Theorie betreffende de uitgifte van papiergeld (Th. Tooke, Inquiry into the currency-principle, 1844 en On the bankcharter act of 1844,1855 e.a.), volgens welke aan onbeperkte uitgifte, mits inwisselbaar, de voorkeur moet worden gegeven, daar een teveel als gevolg van de mogelijkheid tot inwisseling steeds weer by de circulatiebank terugkeert.

Deze theorie verontachtzaamt het gevaar, dat deze terugkeer geschiedt tegen metaal ten behoeve van uitvoer, waardoor het dekkingspercentage daalt en handhaving van de gouden standaard op den duur onmogelijk is. zie: Circulatiebank, Geld.Lit.: N. G. Pierson, Leerboek der Staathuishoudkunde I; G. M. Verrijn Stuart, Bankpolitiek, 2e 1931.