Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Arbeidsbemiddeling (Arbeidsbeurzen)

betekenis & definitie

Oorspronkelijk ontstaan als particuliere onderneming, is de A. tegenwoordig overwegend in handen van openbare lichamen. De A. als particuliere onderneming was verbonden met te vele misstanden en door het winstmotief met haar maatschappelijk doel in tegenspraak, daar het belang bij zoo vaak mogelijk gebruik maken van haar diensten verandering van werkkring zelfs bevorderde.

De A. als particuliere onderneming is o.a. in Duitschland verboden, in Ned. is particuliere A. afhankelijk van vergunning met uitstervingssysteem (vervallen van de vergunning bij overlijden van den vergunninghouder of opheffing van het betreffende bedrijf). A. door organisaties van werknemers of werkgevers kan in verband met belangentegenstellingen tusschen deze beide groepen nooit tot haar volle recht komen en wordt vooral door arbeidsconflicten en hun nawerking sterk belemmerd.

A. door neutrale particuliere organisaties moet wat betreft de technische mogelijkheden bij de openbare ten achter blijven.Doel van de A. is een zoo snel en goed mogelijke uitwisseling van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, waarbij er naar gestreefd wordt den juisten man op de juiste plaats te brengen. In de eerste plaats is hiervoor een volledig overzicht van de arbeidsmarkt, zoowel plaatselijk als landelijk en, als aanvulling, internationaal noodzakelijk; in de tweede plaats een apparaat, dat op grond van dit overzicht op volstrekt neutrale basis de bemiddeling tot stand brengt, waarbij volledig vertrouwen van beide partijen en een zoo ruim mogelijk gebruik van het apparaat der A. onmisbaar is.

In Ned. geschiedt de A. in de eerste plaats door de Gemeentelijke Arbeidsbeurs, verplicht voor elke gemeente met 15.000 of meer inwoners, of door Agentschappen der A. in kleinere gemeenten. Ten behoeve van interlocale A. zijn Districtsarbeidsbeursen ingesteld, die voor samenwerking tusschen de in haar gebied ingestelde gemeentelijke organen zorgen. De Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling is belast met het centrale toezicht en de centrale leiding en fungeert tevens als centrale Rijksarbeidsbeurs alsmede ten behoeve van de A. van en naar het buitenland. Ter verkrijging van een zoo goed mogelijk overzicht worden door de gemeentelijke en districtsarbeidsbeurzen maandelijksche rapporten en verslagen aan de Rijksdienst uitgebracht, terwijl deze o.a. een 14-daagsch persbericht, kwartaaloverzichten en een jaarverslag uitgeeft. Vakafdeelingen voor afzonderlijke beroepen of beroepsgroepen kunnen aan de gemeentelijke arbeidsbeurzen en aan de Rijksdienst worden verbonden. Tevens heeft de gemeentelijke arbeidsbeurs een afdeeling voor jeugdigen, onvolwaardigen en migratie.

De Commissie van toezicht op de gemeentelijke arbeidsbeurs bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers met een onpartijdigen voorzitter, meestal de wethouder voor sociale aangelegenheden, die door de gemeenteraad worden benoemd. Bij een als districtsarbeidsbeurs aangewezen arbeidsbeurs wordt deze commissie als commissie van toezicht op de districtsarbeidsbeurs aangevuld met ten minste één werkgever en werknemer uit een andere gemeente in het district.

De Centrale commissie van bijstand voor de arbeidsbemiddeling en de migratie te ’s Gravenhage, die adviseerend en controleerend optreedt, is eveneens samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende belanghebbenden en den directeur van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling. De leden van deze commissie worden door den minister benoemd. De kosten der gemeentelijke A. worden gedragen door de gemeenten (eventueel met Rijksbijdrage), die der districts A. voor één vierde door de gemeenten binnen het district en voor drie vierden door het Rijk, die van het centrale orgaan door het Rijk.

De A. is kosteloos. Gebruikmaking is in het algemeen vrij; voor leden van gesubsidiëerde werkloozenkassen en voor gesteunden is inschrijving verplicht. In geen geval mogen de arbeidsbeurzen echter hun zelfstandigheid ten opzichte van de ondersteuning uit het oog verliezen door voorkeur bij plaatsing van gesteunden boven de meest geschikten, om op deze wijze met veronachtzaming van de taak der A. de steunverleening te ontlasten. De neutraliteit der A. wordt gehandhaafd door bij de bemiddeling wat betreft godsdienst slechts met kenbaar gemaakte wenschen rekening te houden, geen bemiddeling te verleenen in geval van arbeidsconflicten (staking en uitsluiting), geen invloed uit te oefenen op de hoogte van het loon. Bij afwijking van de algemeen geldende arbeidsvoorwaarden door den aanvrager wordt mededeeling van deze voorwaarden gedaan. Ingeval van bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten wordt bemiddeling slechts verleend op grond van de in deze vastgelegde arbeidsvoorwaarden, waardoor aan de zjjde der werkgevers, vooral bij de voorstanders van „aanpassing” het verwijt is gewekt, dat de A. ongewenschte loonstarheid zou bevorderen.

Geen bemiddeling wordt verleend ten behoeve van aanvragen van particulieren of van werkgevers voor werk, dat buiten hun bedrijf valt en via een anderen ondernemer zou moeten geschieden (voorkoming van beunhazen). Hoewel de A. beter aan haar doel kan beantwoorden naarmate meer algemeen van haar diensten gebruik wordt gemaakt en vraag en aanbod zich inderdaad bij haar concentreeren, vindt op kleine plaatsen, vooral wat betreft landarbeid, nog veel contact buiten de officiëele A. plaats, waardoor ook de cijfers van de A. geen volledig overzicht van de beweging op de arbeidsmarkt en van de werkloosheid geven.

De A. vereischt behalve kennis van de verschillende vakken en beroepen en van de arbeidsverhoudingen ook psychologisch inzicht en stelt wat dit betreft hooge eischen aan de daarbij betrokken krachten. Hoewel een goed georganiseerde A. door het reduceeren van de wrijvingsweerstand op de arbeidsmarkt de hierdoor veroorzaakte werkloosheid kan doen verminderen, oefent deze geen wezenlijke invloed op de omvang van vraag en aanbod uit. De statistiek der A. geeft een beeld van de verhoudingen op de arbeidsmarkt; de verhouding tusschen aanbod van en vraag naar arbeidskrachten geeft een beeld van de algemeene conjunctuur.

Aanbiedingen en aanvragen bij de arbeidsbeurzen (nieuw ingeschr.)