Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

tumor

betekenis & definitie

1) kankergezwel, dus een gezwel met cellen die veel te hard in aantal groeien; 2) zwelling als normaal verschijnsel bij een ontsteking.

De dokter maakt bij een gezwellen waarin steeds meer cellen groeien een verschil tussen goedaardige gezwellen en kwaadaardige gezwellen. Kwaadaardige (maligne) cellen maken weefsel kapot, richten zo schade aan en maken iemand ernstig ziek. Dokters bedoelen met ‘tumor’ vrijwel
altijd een kwaadaardig kankergezwel.

Bij goedaardige (benigne) gezwellen wordt het omgevende weefsel niet vernietigd. Dan zijn er ook geen uitzaaiingen (metastasen), die je wel bij kwaadaardige gezwellen hebt. Een goedaardig gezwel kan wel iets kapot drukken, bijvoorbeeld in de hersenen. Als de dokter een maligne gezwel niet op tijd behandelt en dit zich uitzaait, gaat iemand er meestal aan dood.

Kijk ook bij kanker, chemotherapie, radiotherapie.