Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

tandglazuur

betekenis & definitie

De buitenste, harde beschermlaag van een tand of kies.

Het deel van een tand of kies dat boven het tandvlees uitsteekt, is de kroon. Wat in het tandvlees steekt, is de hals. Wat in het kaakbeen steekt, is de wortel. De kroon is bedekt met een beschermende laag tandglazuur oftewel tandemail. Dat is de hardste stof in je hele lichaam.

Tandglazuur dat weg is, komt niet vanzelf terug (zoals weggeschuurde huid na een val op je knie). Het kan door lang knarsen afslijten of oplossen door elke dag zure drankjes weg te slobberen of… door zuren die bacteriën in jouw tandplak aanmaken. Wanneer daardoor het laagje tandglazuur eenmaal verdwenen is, ontstaat er een gaatje (cariës). Maar een tandartsboor weet daar wel raad mee.
‘Email’ (uitspraak: ee-MAJ) is wat anders dan ‘e-mail’ (uitspraak: IE-meel). Toen er nog niet veel plastic en roestvrij staal in de keuken was, waren veel pannen van metaal met daarop een dunne ondoorzichtige gekleurde glasachtige laag. Dat heet ‘email’. Dit woord wordt ook gebruikt voor de buitenste, glanzende laag op je tanden en kiezen.

Ook tandemail (uitspraak: TAND-ee-maj). Kijk ook bij gebit.