Vorm van kanker waarbij cellen in de nier veel te hard in aantal groeien en schade aanrichten.
Nierkanker ontstaat meestal bij mensen tussen de 50 en 70 jaar. Mensen merken het meestal op doordat er bloed in hun plas (urine) zit. Soms is dat zo weinig bloed, dat het niet opvalt. Alleen de dokter ziet dat bloed in de plas onder een microscoop. De persoon heeft vaak pijn in de zij, een zwelling in de buik en hoge bloeddruk. Wanneer de kanker niet buiten de nier is gekomen (uitzaaiing, metastase), kun je van nierkanker helemaal genezen nadat de chirurg de nier heeft weggehaald. De andere nier neemt dan al het werk over.
Ook grawitztumor.
