Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

blaar

betekenis & definitie

Een met vocht gevulde holte in de huid, iets groter dan een blaasje.

Bij een blaar is de huid niet kapot: er komt geen bloed of vocht door naar buiten. Dat gebeurt pas als de blaar stukgaat. Een blaar is pijnlijk en iedereen heeft er wel eens een. Blaren komen door wrijving, meestal doordat schoenen of sokken langs de huid schuren. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer iemand te nauwe schoenen draagt. Ook een voetafwijking, zoals eeltknobbels en hamertenen, kan een blaar geven. Warmte en vocht (bijvoorbeeld door zweten) maken de voet dikker en de wrijving erger. Daardoor krijgen veel hardlopers blaren tijdens een wedstrijd, vooral op de lange afstand. Wanneer de wrijving kleine bloedvaten kapotmaakt, ontstaat een bloedblaar.

Je kunt een kleine blaar die weinig last geeft beter met rust laten. Grote blaren geven meer klachten. Die kun je eventueel doorprikken (wel met een schone naald en nadat je de huid hebt schoongemaakt) en dan laten leeglopen. Dat doe je door het vocht voorzichtig uit het gaatje te drukken. Bedek de blaar dan met een goed afsluitende en schone pleister (in België: klever), zodat bacteriën niet de kans krijgen binnen te dringen. Er zijn ook blaarziektes, waarbij blaren vanzelf ontstaan. Verwar ‘blaar’ niet met ‘blaasje’, ‘longblaasje’, ‘blaas’ en ‘brandblaar’.

Ook blein (in België). Kijk ook bij brandblaar.