I. Prof.
Dr Henricus Tammozn Sypkens, geboren 23 December 1736 te Eexta uit Tammo H. Sypkens en M.
Fossea Piccardt. Hij studeerde te Groningen en was achtereenvolgens predikant in Friesland en Groningen.
In 1799 werd hij te Groningen opvolger van zijn leermeester Prof. N.
W. Schroeder als hoogleeraar in de Oostersche talen.
Reeds in 1780 had Harderwijk hem tot dat ambt benoemd, maar hij had daar geen gehoor aan gegeven.In het Noorden had hij grooten invloed op het godsdienstig leven. Een aantal leden van zijn geslacht werden predikant in de Noordelijke gewesten o.a. Willem Sypkens, predikant te Ulrum, een van de voorloopers van den vader der Afscheiding H. de Cock, J. U. H. Sypkens predikant te Sellinge, Ds Sypko Hayo Sypkens, die in de jaren van de Afscheiding een groote opwekking verwekte in zijn gemeente Piaam en Idsingahuizen, Ds R.
A. Benthem Sypkens, die eveneens een groote geestelijke zegen was voor zijn gemeenten, vooral te Garijp.
Prof. Dr H. Sypkens zelf wijdde zich echter het grootste deel van zijn leven aan de beoefening der Oostersche talen. Toch nam hij als lid van de Nationale Vergadering ook een krachtdadig aandeel aan de toenmalige politieke gebeurtenissen van het vaderland.
Reeds in 1798 zag hij zich gedwongen zijn lidmaatschap op te geven, daar hij zich niet kon vereenigen met de hoogstgevaarlijke richting, waarin ’s lands zaken toen ter tijd geleid werden.
Zijn zoon Mr Tammo Sypkens nam later de politieke loopbaan van zijn vader over. Hij was voorzitter van de Tweede Kamer, later van de Eerste.
Prof. Dr H. Sypkens overleed te Groningen 9 Juli 1812. Hij was gehuwd met Elisabeth Huber.
(Zie o.a. over hem: Almanak van Academie Groningen 1813, bl. 93 enz. Stamboek van Friesche adel van de Haan Hettema, bl. 236 op Siccama, aant. 34 en het Patricicaat jaargang 1913).
II. Tammo Henricuszn Sypkens, een bekend Nederlandsch Staatsman, werd 27 April 1780 te Groningen geboren, hij promoveerde 27 Mei 1801 op een proefschrift De primo moralitatis principio. Was secretaris van de Groninger Hoogeschool, president-curator dier Hoogeschool, president van het Gerechtshof te Groningen. Achtereenvolgens was hij lid en voorzitter van de Tweede Kamer en ten slotte van de Eerste Kamer. In de woelige dagen van 1830 speelde hij een leidende rol tegenover de zoogenaamde muiters. Hij was vurig Nederlander en een man van zeer groote beteekenis.
In de Staatscommissie van 1 October 1830 oefende hij grooten invloed uit. Zijn echtgenoote was Clara Helena Wichers. Hij behoorde tot het bekende Friesche Oldambster geslacht Sypkens, dat zooveel theologen en juristen aan Nederland geschonken heeft en dat tot wapenleuze heeft „Ljeaver dead as slaf”.
Den 12en November 1842 overleed Mr Tammo Sypkens te Zuidbroek.
III. Sypko Hayo Sypkens, werd 24 Augustus 1805 te Ulrum in de zoogenaamde Marne geboren uit het bekende Friesch-Oldambtsche predikantengeslacht. Zijn vader was Ds Willem Sypkens S.Hzn, predikant te Ulrum. zijn moeder Gerharda Benthem, gesproten uit een stam. die vanaf de Hervorming bedienaars van het Goddelijk Woord aan Nederland had geschonken.
Hij werd 1 October 1822 student te Groningen, 2 Mei 1827 candidaat in Drenthe, 9 Maart 1828 werd hij predikant te Idsegahuizen en Piaam. Daar had zijn bekeering plaats onder de nawerking van de prediking zijns vaders en de inwerking van vrome gemeenteleden. Er ontstond toen een opwekking. Velen uit de omliggende gemeenten en zelfs uit Harlingen kwamen Zondag op Zondag in de kerkjes van Piaam en Idsegahuizen, die tot op de balken gevuld waren, zelfs buiten stond men te luisteren. Velen werden krachtdadig bekeerd.
Nog nu, een eeuw later, leeft daar de gedachtenis aan die gezegende tijden en kan men ervan vertellen alsof het gisteren gebeurd was. Zijn predikatiën over Deut. 30 : 19 gedrukt bij Den Ouden, Amsterdam; over Hand. 26:26, 27, Titus 2 : 11 (idem); Joh. 10 : 27—28 gedrukt bij De Looze, Zierikzee en nog twee gedrukte preeken over Ef. 6 : 23—24, en over Matth. 5 : 20 bij Den Ouden en Van Peursum in de Nieuwe Spiegelstraat te Amsterdam worden nog altijd gelezen en zelfs overgeschreven. Bij Pieter Postma is zelfs nog een eigenhandig geschreven predikatie over Hooglied 3:6.
16 November 1837 predikte Ds S. H. Sypkens zijn intree te Elspeet. Tusschen 1840 en 1844 stond hij te ’s-Grevelduin en Vrijhoevekapelle.
Nadat hij 28 Juli 1844 te Putten bevestigd was, overleed hij plotseling aldaar 14 December van hetzelfde jaar, achterlatende een weduwe, geboren Alida Beerta Hulsewé en 4 kinderen, waarvan twee de latere bekende predikanten Willem Sypkens (laatst te Groningen ✝ 1906) en G. J. Sypkens (✝ te Hardenberg 1870) waren.
Ds S. H. Sypkens behoorde met zijn broeder Ds Rutger Adolf Benthem Sypkens tot de vrome predikanten van het Noorden, die o.a. een rol spelen in het Friesche reveil. Dr Wumkes in zijn werk ’t Fryske reveil noemt de jongere generatie van de predikanten Sypkens.
IV. Willem Sypko Hayo’szn Sypkens, geboren 21 September 1828 te Idsegahuizen, f 6 December 1906 te Velp. Hij was achtereenvolgens predikant te Longerhouw, Scharnegoutum, Hijlaard, Loosduinen, Veenendaal, Elburg en Groningen. In het Fryske Reveil van Dr Wumkes wordt hij met eere genoemd. Ook in andere gemeenten van hem hadden geestelijke opwekkingen plaats. Op de Veluwe was toen een opwekking, waarin ook Dr L.
A. Bahler een belangrijke rol speelde. Te Groningen werd Ds W. Sypkens met zijn achterneef den Christelijk Gereformeerden Ds Sypko Sypkens (Delfzijl), Ds Politiek van Onstwedde, Ds Bleekert en Bertram oprichter van het Noordelijk Christelijk Zendingsfeest. Hij was een geestelijk diepgaand man en er ging een gezegenden invloed van hem uit. Vele gedrukte preeken heeft hij in de bekende preekenverzamelingen nagelaten.
Hij was gehuwd eerst met A. Hofstra, vervolgens met E. Paulina Quarles van Ufford en daarna met W. Elisabeth Hoefhamer, dochter van Mr G. A. Hoefhamer en H.
E. E. van Griethuysen.