(Grieksch Xystus), een naam, die vijf pausen gedragen hebben.
Sixtus I (116—125?) wordt de opvolger genoemd van den Roomschen bisschop Alexander I (107—116?). Het is misschien juister hem te houden voor een Roomschen presbyter, die martelaar geworden is, en wiens naam daarom voortleeft.
Sixtus II (257—258), de opvolger van den Roomschen bisschop Stefanus I, wordt door Cyprianus genoemd bonus et pacificus sacerdos d. w. z. een goed en vredelievend priester. Dien naam zal hij ongetwijfeld daaraan te danken hebben, dat hij de kerkelijke gemeenschap, die door den ketterdoopstrijd verbroken was, hersteld heeft. Hij stierf tijdens de vervolging onder Valerianus den marteldood.
Sixtus III (432—440), de opvolger van Coelestinus I, een geboren Romein. In 432 werd hij tot bisschop van Rome gekozen. Hij regeerde in de dagen der Nestoriaansche en Pelagiaansche twisten. Hij streed voor de rechten der Roomsche kerk in lllyrië en daarom ook voor de rechten van den aartsbisschop van Thessalonica. Men zegt, dat hij verscheiden kerken heeft laten bouwen o.a. de kerk S. Maria maggiore, de oudste kerk in Rome. De kerk heeft prachtige mozaiek en men beweert, dat zij gebouwd is ter eere van Maria, die op het concilie van Efeze den titel van dsoróxog, d.i. moeder Gods ontving.
Sixtus IV (1471—1484), Francisca della Rovere, werd geboren 1414 te Savona. Hij was Franciscaner, studeerde te Bologna en Padua. In 1464 werd hij generaal van de Franciscanerorde, in 1467 kardinaal en op 9 Augustus 1471 benoemd tot paus. Hij was de opvolger van paus Paulus II. De nieuwe paus bemoeide zich zeer met de stoffelijke belangen zijner gunstelingen. Zijn neven Guiliamo della Revera (later Julius II) en Pietro Riario maakte hij kardinalen en overlaadde ze met gunstbewijzen.
Pietro verkwistte zijn reusachtig inkomen in fabelachtige pracht. Hij stierf 1474. Tevergeefs trachtte Sixtus IV een groote actie tegen de Turken op touw te zetten. Het meest bemoeide hij zich met zijn familieleden, door den verkoop van ambten en door allerlei finantieele speculaties. Hij werd verleid om de samenzwering van de Pazzi tegen de Medici te steunen. Toen deze mislukte, sprak hij over Florence het interdict uit en verklaarde die stad den oorlog, die tot het einde van 1480 duurde.
In Rome ontstonden twisten tusschen Orsini en twee kardinalen Colonna en Savelli. Gedurende deze twisten werd Colonna terechtgesteld en Savelli gedood. De burgeroorlog was nog niet ten einde, toen de paus stierf (1484). Hij werd in de Pieterskerk begraven. Machiavelli meende, dat deze paus getoond heeft, dat vele zaken, die men vroeger voor ongeoorloofd hield, onder den pauselijken dekmantel verborgen kunnen worden. Gregorovius noemt Sixtus een krachtige figuur, een geboren tyran.
Hij was een onpriesterlijke gestalte op den stoel van Petrus. Hij haakte naar geld en macht. Voor de geestelijke belangen van de kerk gevoelde hij niets. Wèl was hij, zooals Infessura schrijft wellustig, gierig, pronkzuchtig en eerzuchtig. Hij deed wel veel voor de wetenschap en de kunst. De bibliotheek van het Vaticaan werd door hem zeer uitgebreid.
Hij bevoordeelde de Humanisten. Bovenal moet gewezen worden op het feit, dat hij de Sixtijnsche kapel liet bouwen, welke door de beroemdste schilders van die dagen prachtig werd versierd. Daar heeft de paus zijn eigen muziekkoor (30 mannen, die onder leiding van een kapelmeester staan). Deze zingen zonder begeleiding (a capella). Deze kapel (want zoo noemt men niet alleen het huis maar ook het zangkoor) is wereldberoemd.
Sixtus V (1585—1590), Felice Peretti, geboren 1521 in GrottaMarc. Hij was Franciscaner in Mantalto, daarna inquisiteur van zijn orde, in 1570 kardinaal en 1585 werd hij tot paus gekozen. Hij onderdrukte met bloedige gestrengheid het bandietenwezen in den kerkelijken staat. Hij zocht tegelijkertijd door allerhande ondernemingen door verhooging der gelden, die voor de ambten verschuldigd waren, een schat te verzamelen. In de bul Immensa aeterni Dei (1587) vermeerderde hij het aantal kardinaalsplaatsen tot 70. Hij bezat een heerschersnatuur en hij zat vol fantastische plannen o.a. van een algemeenen Turkenoorlog.
Hij was wat onvast in zijn verhouding jegens Frankrijk en Spanje. Filips II bedreigde hem met opzegging der gehoorzaamheid, omdat Sixtus zeer welwillend was jegens den tot Rome bekeerden koning van Frankrijk Hendrik IV.