Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nebukadnezar

betekenis & definitie

is de min-juiste, Nebukadrezar (zoo bij Jeremia en Ezechiël, ook bij Jozefus, Strabo en Abydenus) is de juistere hebraïseering van Naboe-Koedoerri-oesoer (Naboe, bescherm het gebied). Nebukadnezar is de geniale zoon en opvolger van Nabopolassar, den stichter van het Nieuw-Chaldeesche rijk, door den zoon uitgebouwd en versterkt (605—562).

Wij zien hem voor het eerst zelfstandig optreden in den slag bij Karkemis (605, vgl. Jer. 46 : 2; 2 Kon. 24 : 7), waar hij farao Necho op zoo beslissende wijze verslaat, dat Syrië en Palestina den overwinnaar zonder slag of stoot in de handen vallen en zelfs Jeruzalem kan worden bezet (2 Kron. 36 : 6 v.; Dan. 1 : 1 v.). Daar de 49 inschriften, die van hem tot ons gekomen zijn, bijna uitsluitend handelen over de wijze, waarop hij Babel tot zijn schitterende koningstad heeft gemaakt, weten we van zijn regeering weinig meer dan uit het Oude Testament tot ons is gekomen. Na zijn troonsbestijging kort na den slag bij Karkemis wordt hij hoofdzakelijk in het Oosten bezig gehouden. Wanneer Jojakim van Juda in 598 afvalt, moet Nebukadnezar zich dan ook eerst er mede tevreden stellen om allerlei benden tegen Juda in het veld te voeren (2 Kon. 24 : 2). Eerst in 597 kan hij de leiding van het beleg op zich nemen (2 Kon. 24 : 11) en dit tot een gelukkig einde voeren (vs. 12—16).

Maar opnieuw vraagt het Oosten al zijn aandacht, waar het Medische rijk wordt gedeeld en Perzië zich onafhankelijk maakt. Nebukadnezar weet intusschen zijn Oostergrens te beveiligen door zich van Susa meester te maken. Maar als Egypte succes heeft met zijn poging om Tyrus en Sidon, Ammon, Moab en Edom (Jer. 27 : 3) en zelfs Juda tot afval te bewegen, komt hij naar het Westen en bestuurt van Ribla uit den aanval op de Fenicische steden (waarvan Tyrus niet minder dan 13 jaren, van 585—572, vergeefs wordt belegerd) en op Jeruzalem, dat vernietigd wordt (586) ondanks een poging van Hofra om Zedekia te hulp te komen (Ezech. 17 : 15;Jer. 37 : 5). De anderen hadden zich onmiddellijk onderworpen.

Een van zijn laatste krijgsbedrijven is de tocht naar Egypte (567), waar Hofra, verzwakt door de Libyers en door het drijven der nationalisten onder Amasis, geen ernstigen weerstand bieden kon. Hoever Nebukadnezar in Egypte doordrong, weten we niet. Jozefus zegt op gezag van Berosus, dat geheel Egypte toen een provincie van Babel werd.

Gedurende zijn gansche leven heeft Nebukadnezar gearbeid aan de heerlijkheid van zijn koningsstad (zie R. Koldewey, Das wieder erstehende BabyIon, 4de uitgave 1925). Twee sterke muren met machtige torens en poortgebouwen maakten haar bijna onneembaar. Het koninklijk paleis was eigenlijk een citadel. Zoo was het woord van Dan. 4 : 30 geen wonder. Van Nebukadnezar’s persoonlijk leven en dus ook van de gebeurtenissen van Dan. 4 wordt in Nebukadnezar’s inschriften niet gesproken. Zie verder Noordtzij, Gods Woord blz. 353 v.v.