Het Methodisme in de Vereenigde Staten schoot reeds in 1735 wortelen in Georgia, waarheen John en Charles Wesley waren genoodigd door den goeverneur der destijdige kolonie, generaal Oglethorpe. In 1760 kwam Philip Embury, Wesleyaansch locaal prediker, uit Ierland, in New York, en zes jaren na zijn aankomst bouwde hij daar de eerste kapel, sedert bekend als „John Street Church”.
Later zond John Wesley verschillende rondreizende predikanten, (itinérant preachers), naar Noord-Amerika en in 1773 werd de eerste jaarlijksche Conferentie in Amerika te Philadelphia gehouden.
Sedert 1784 werden op Wesley’s aanraden Coke en Asbury gekozen als superintendenten of bisschoppen en het Amerikaansch Methodisme werd een onafhankelijke kerkengroep, bekend als Methodist Episcopal Church in leer beslist Arminiaansch en in kerkregeering Episcopaalsch, nochtans met allerlei democratische wijzigingen, die vooral in de laatste jaren steeds duidelijker zich openbaarden. Van de Methodist Episcopal Church met bij de vier en een half miilioen leden en ruim 26.000 kerken gescheiden, alreeds in 1844, is de Methodist Episcopal Church South, met ruim twee en een half millioen leden en ruim 17.000 gemeenten. De oorzaken, ten deele dezelfde, die aan den Burgeroorlog van 1861—’65 ten grondslag lagen, leidden tot deze scheiding, een breuke die men tegenwoordig wel tracht te heelen, doch tot dusverre zonder resultaat. Het meer conservatieve van het Protestantisme in het Zuiden der Unie, tegenover het meer liberale van vele Noordelijke kerkengroepen, is oorzaak van het tegenhouden van de door velen begeerde hereeniging. Te meer daar in deM. E. kerk (Noord) in de laatste jaren zeer bedenkelijke teekenen zich openbaren van een heendrijven in moderne richting.
De Methodist Protestant Church, van 1830 dateerend, is wel in leer overeenstemmend met de twee bovengenoemde kerkengroepen, doch verschilt radicaal van hen wat kerkregeering aangaat, daar zij geen bisschoppen of presideerende ouderlingen heeft, noch eenig andere kerkelijke waardigheidsbekleders voor het leven gekozen. Zij telt bij de 200.000 leden, met bij de 2300 kerken. Wat de leer betreft legt zij sterk nadruk op de heiligmaking.
Dat laatste doet ook de Free Methodist Church of North America, in 1850 georganiseerd. Zij telt ruim 32.000 leden en houdt zich strikt aan Wesley’s leer, evenals de Wesleyan Methodist Connection of America, die in 1843 optrad als protest tegen kerkelijke autoriteit in den zin van bisschoppelijke macht, zoowel als tegen de slavernij. De Wesleyaansche groep telt ruim 21.000 leden. In den strijd tegen geheime, met eeden verbonden genootschappen, staan de kleinere Methodistengroepen pal, wat niet kan gezegd worden van de grootere M. E. kerken.
De sympathie van vele Methodisten met de beweging voor vrijverklaring van de slaven, zoowel als op het gevoel inwerkende opwekkingsmethoden, hebben ongetwijfeld veel bijgedragen tot het winnen van een groot getal kleurlingen voor het Methodisme. Er bestaan in de Vereenigde Staten niet minder dan een half dozijn Methodisten kerkengroepen uit negers bestaande, met een totaal leden van bij de anderhalf millioen, 14.000 kerken tellend met een evengroot getal predikanten.
Velen der laatstgenoemden hebben slechts een gebrekkige opleiding ontvangen. Ook de eerste leeraars der kerken van blanke Methodisten waren veelszins weinig geschoold. Toch hebben zij der Amerikaansche natie onschatbare diensten bewezen, vooral ten tijde van de formatie der Westelijke deelen der Unie, de „circuit riders” die als zoutend zout en lichtend licht hun taak trachtten te vervullen.
Onder hen werden mannen gevonden van groot spreektalent en machtig organisatievermogen. Sedert jaren onderhouden de blanke Methodistengroepen talrijke middelbare en hoogere scholen. Evenzeer zijn zij ijverend voor den arbeid der zending in buiten- en binnenland.
De Methodisten in de Vereenigde Staten zijn meestal van Britsche afkomst. Toch zijn er heel wat die van Duitschen bloede zijn of uit Scandinavië afkomstig oorspronkelijk. Onder de Amerikanen van Nederlandsche origine heeft het Methodisme weinig wortel geschoten. Er zijn ten minste geen Methodistengemeenten die de Nederlandsche taal gebruiken in den eeredienst. Toch is meer dan één der leiders onder degroepen van Hollandsche afkomst, gelijk hunne namen bewijzen.
De Welsh Calvinistic Methodist Church, die Whitefield volgde in plaats van Wesley, Methodist in naam, en Calvinistisch in belijdenis, sloot zich in 1920 aan bij de Presbyterian Church U. S. A. (de Noordelijke Kerk).