Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Internationalisme

betekenis & definitie

Het Internationalisme is die beweging onder de volken, welke met eerbiediging der verschillende nationaliteiten, de internationale gemeenschap tusschen de verschillende volken wil bevorderen, zonder echter tot het cosmopolitische streven naar een wereldstaat over te slaan. Internationalisme staat dus in tusschen nationalisme eener-, en cosmopolitisme (wereldstaat) anderzijds.

Het Internationalisme komt op uit de eenheidsgedachte, die aan het menschelijk geslacht ten grondslag ligt. God heeft uit eenen bloede het gansche geslacht der menschen gemaakt. De herinnering aan die oorspronkelijke eenheid in afstamming bleef in de heugenis der volken bewaard, en is door de Schrift bij de Christenvolken opgewekt. Uit die herinnering is het internationale streven der verschillende natiën en volken, om elkander niet af te stooten, maar te zoeken, te helpen en te dienen, geboren.

Het Internationalisme eerbiedigt echter tevens het bestaan van natie en natie, volk en volk, staat en staat naast elkander. Het was reeds bij de schepping de bedoeling Gods, dat het eene menschelijke geslacht zich in vele geslachten ontwikkelen en ontplooien zou. Zijn ordinantie luidde uitdrukkelijk in Gen. 1 : 28, (na den zondvloed in Gen. 9:1 opzettelijk herhaald): „Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt en vervult de aarde en onderwerpt haar”. Krachtens deze ordinantie gaat het ééne menschelijke geslacht aanstonds in twee en meer geslachten uiteen. Hoe meer de menschheid zich vermenigvuldigde, hoe rijker het onderscheid der geslachten werd en hoe meer de geslachten zich over de aarde moesten verspreiden. En toen nu de menschheid zich te Babel vereenigde, om zich tegen deze ordinantie der verspreiding te verzetten, en een wereldmacht met een beginsel van een wereldstaat te vormen, heeft God eerst de overheid ingesteld, omdat zonder haar het bestaan van het eene volk naast het andere onmogelijk zou zijn (Gen. 9 : 6), en daarna door de spraakverwarring het reeds bestaande genealogisch verschil tot een ethnologische splitsing gemaakt, en de geslachten in verschillende volken uit elkander gedreven.

Dat bestaan der verschillende volken nu erkent het internationalisme en moet het blijven erkennen. Elke poging toch, om in deze bedeeling de verscheidenheid op te heffen en tot een soort wereldstaat te komen, gaat rechtstreeks tegen Gods bedoeling in, en is in deze zondige wereld van tevoren reeds op mislukking aangewezen.

Deze internationale beweging komt vooral sinds de vorige eeuw in verschillende instellingen duidelijk uit. Vooreerst in de versnelde communicatie tusschen de volken. De grenzen tusschen staat en staat zijn nog wel scherp afgeteekend, maar tusschen volk en volk zijn zij allengs reeds verflauwd. Daar is een reiscommunicatie door middel van tram en trein over land, van de stoomboot over het water, en van het vliegtuig door de lucht. Daar is een gesprekken- en een gedachten-communicatie door middel van de post, de telefoon, de telegraaf en niet het minst de radio. Ook het taienverschil valt door de scholen en door het onderling verkeer al meer weg.

Reeds de kinderen raken door allerlei kindertransporten met de zeden en gewoonten der volken bekend. Zoo komt er al meer aaneensluiting en waardeering. Voorts in de ontwikkeling van het volkenrecht. Gelijk het burgerrecht de bepalingen voor het leven der burgers onderling bevat, zoo omschrijft het volkenrecht de bepalingen voor het leven der volken onderling. De volken erkennen stilzwijgend dat er nog een hoogere macht dan de staatsmacht bestaat. Ook hierin komt een internationale trek, een nawerking van de eenheid der verschillende volken uit.

Deze volkenrechtelijke beweging leidde tot een derde nl. tot allerlei Congressen en Vredesconferenties. Denk maar aan het Weenercongres, na de spanning en onrust, die Napoleon over Europa bracht, in 1814—T 5 gehouden, en aan het daaruit voortgekomen „Heilig Verbond” in hetzelfde jaar te Parijs gesloten, „waarbij de vorsten beloofden, elkander overeenkomstig deleer der Heilige Schrift als broeders lief te hebben en voor hunne en andere volken de voorschriften der gerechtigheid en liefde te zullen opvolgen”; en aan de eerste Vredesconferentie in 1899 op initiatief van den Tsaar van Rusland in ’s-Gravenhage samengekomen, door die in 1907gevolgd; en aan den volkenbond, na den wereldoorlog ontstaan, waarvan het middelpunt in Genève is; en bovendien nog aan allerlei wetenschappelijke, artistieke en oeconomische Congressen, die het wereldleven, het werelddenken en de wereldkunst bevorderen. Zelfs gaat het streven zóóver, dat de nationale gebruiken, kleeding en taal door wereldusantiën, wereldkleeding en wereldtaal (Esperanto) vervangen worden. De levensusantiën in Berlijn, Parijs en Weenen verschillen al niet wonderveel van elkaar. Het internationale streven is reeds een eind naar het cosmopolitisme op weg.

Het is dan ook niet te miskennen, dat deze internationale beweging zich in het zondig streven naar een wereldstaat dreigt te verloopen. Vooreerst wordt het internationalisme vervalscht door de sociaal-democratische arbeidersbeweging. Want doel van de sociaal-democratie is niet, zooals bij het Internationalisme, met erkenning en eerbiediging der nationaliteiten, de gemeenschap tusschen land en land, volk en volk, staat en staat te bevorderen, maar om de tegenstelling tusschen volk en volk door een heel andere, nl. door de tegenstelling van twee klassen of standen in de maatschappij van alle landen (kapitalisme en proletariaat), te vervangen. Het woc; 1 internationaal wordt hier dus in een heel ano.,re beteekenis gebezigd; niet in die van verl;er.r tusschen de natiën en volken onderling, maar om de eenheid van slechts één stand of klasse, nl. de arbeidersklasse, over heel de wereld, uit te drukken. Men heeft dan ook getracht alle arbeiders van de verschillende landen in één bond te vereenigen, in de zoogenaamde Internationale, d. i. de internationale arbeidersbond. Tot driemaal toe is daartoe reeds een poging gewaagd.

De eerste was de Socialistische Internationale, in 1864 te Londen onder leiding van Marx gesticht. Toen deze in 1876 ontbonden werd, poogde men een tweede Internationale op te richten, die een meer communistisch karakter droeg. En als derde Internationale duidt men wel aan de Bolsjewistische organisatie, onder leiding van Lenin te Moskou gesticht, met het doel om een wereldrevolutie in het leven te roepen. Zoo tracht het Socialisme door den klassenstrijd en het Communisme door de wereldrevolutie tot den idealen heilsstaat te komen. Naast deze socialistisch-communistische beweging is er nog een geheel van haar onderscheiden streven, die door de internationale beweging tot een wereldstaat tracht te komen. Deze beweging erkent wel het verschil tusschen volk en volk, natie en natie, maar wil alle volken tot een volkenbond en alle werelddeelen tot één wereldbond of wereldconfederatie vereenigen.

Gelijk onze zeven provinciën confederatief tot een gemeenebest, en de 49 staten van Midden-Amerika tot één bond nl. de Vereenigde Staten van Noord-Amerika vereenigd zijn, zoo moeten ook de staten van Europa, van Azië, van Afrika enz. zich vereenigen tot Europeesche, Aziatische volkenbonden enz., en deze groote bonden der vijf werelddeelen moeten dan tot één grooten wereldbond of wereldstaat, onder den naam van Vereenigde Staten der wereld worden samengevoegd. Dan konden de legers worden afgeschaft, zouden de oorlogen onmogelijk worden, en zou een eeuwige vrede vanzelf verzekerd zijn. Maar door dit streven naar een socialistischen heilstaat of een utopistischen wereldstaat zou het Internationalisme zijn doel voorbij streven.

Het Internationalisme zal dan ook alleen bij een gezonde ontwikkeling der eenheidsgedachte de komst van het koninkrijk Gods kunnen helpen voorbereiden. Het is immers uit de eenheidsgedachte, die aan de menschelijke afstamming ten grondslag ligt, voortgekomen. En de verwerkelijking van die eenheidsgedachte zal het koninkrijk der hemelen ons eerst hiernamaals brengen. Dan zal alle splitsing tusschen volk en volk, staat en staat wegvallen. De zonde, die de scheiding der volken noodzakelijk maakte, zal dan weggedaan zijn, en met haar zal ook de verdeeldheid en splitsing ophouden. Dan zal de eenheid van het verkoren en herboren menschelijk geslacht weer in al haar schoonheid openbaar worden.

En alle internationale streven om de bitterheid en wreedheid tusschen de volken weg te nemen en de onderlinge verhoudingen te verzachten, kan onder den zegen des Heeren medewerken als middel om het koninkrijk Gods hiernamaals te doen komen. Wanneer de internationale beweging zich dan ook ernstig wacht, om eenerzijds het nationale leven der volken niet aan te tasten, en anderzijds zich niet in het streven naar een heils-en wereldstaatte verloopen, maar getrouw blijft aan zijn doel om de bittere en zondige verhoudingen tusschen de volken te verzachten en de internationale toenadering der volken te helpen bevorderen, verdient ze aller Christenen steun. Zie Nationaal en Internationaal naar de Schrift, door Dr. F. W. Grosheide, in Schild en Pijl, 1920, afl. 3; en Pro Rege door Dr.

A. Kuyper, dl. III, blzz. 318—330.