Het land der Edomieten heet in het Oude Testament Edom (b.v. 2 Sam. 8 : 14; Jer. 49 : 7) of land van Edom (b.v. Gen. 36:16, 21 ; Num. 33 : 17) of veld van Edom (b.v.
Gen. 32 : 4; Richt. 5 : 4) of Seïr (b.v. Deut. 1 : 44; 2 : 4) of het land van Seïr (Gen. 32 : 4) of het gebergte van Seïr (b.v.
Gen. 36 : 8 v.; Joz. 24 : 4) of in poëzie het gebergte van Ezau (Obadja vs. 8v., 19, 21). Het bestaat grootendeels uit het ten Zuiden van de Doode Zee en ten Oosten van de Ara ba gelegen bergland, het tegenwoordige Esj-Sjerd en zijn Noordelijke voortzetting de Dsjebal (het oude Gebal van Ps. 83 : 8).
Het schijnt echter in zijn grootste uitbreiding ook het Westen van de Arabi omvat te hebben. Het was van het gebergte van Juda gescheiden door de woestijn van Sin en werd verder in het Westen begrensd door de woestijn van Paran.
In het Zuiden raakte het de golf van Elath. In het Noord-Oosten grensde het aan Moab, van welks gebied het gescheiden was door de Wadi-el-aksa, die in de Zuidelijkste punt van de Doode Zee uitloopt.Het bergland bestaat uit steile, meest kale porfiermassa’s met lagen van roode zandsteen. De Westzijde van de Araba is een kaal bergplateau van kalksteen. In het gebied ten Oosten van de Arab4 vinden we zelfs nu nog vruchtbare gedeelten. Hier liggen dan ook de oude steden Maön (Richt. 10:12; nu Maan) en Bozra (Gen. 36 : 33; 1 Kron. 1 : 44; Amos 1 : 12; Jez. 34 : 6; 63 : 1; Jer. 49:13, 22; nu Buseire), dat, althans in de profetische periode, Edoms voornaamste stad schijnt geweest te zijn. Ten Westen van Maön ligt Petra, dat in de Nabateesche periode de hoofdstad was. De ruïnen van Petra bewijzen, dat het een groote handelsplaats geweest is.
Het in Richt. 1:36 en 2 Kon. 14 : 7 genoemde Sela, dat op grond van naamsovereenkomst (Petra en Sela beteekenen rots) gewoonlijk met Petra wordt geïdentifiëerd, lag waarschijnlijk veel Noordelijker. In het Zuiden lagen de havensteden Elath of Eloth, die haar naam gaf aan een tak van de Roode Zee (golf van Elan) en iets Noordelijker Ezeon-Geber. Een der gewichtigste landstreken was Tëman, ten Westen van Petra gelegen. Vandaar dat haar naam soms dichterlijk voor geheel Edom wordt gebruikt (Amos 1 : 12; Obadja vs. 9). Tëman heet dan ook de oudste zoon van Edoms eerstgeborene (Gen. 36 : 11). Door Edoms gebied voerden de handelswegen van de Roode Zee naar Syrië en den Eufraat, die steeds de begeerte van Juda opwekten. [ 3.
