Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Doodstraf

betekenis & definitie

Door God gedreigd over dengene „die iemands bloed vergiet” (Gen. 9 : 6). De bloedwraak van de naaste familie was bij Israël onder de beperkende macht der overheid gesteld (men denke aan de vrijsteden).

Oudtijds stond de doodstraf op verschillende misdaden : doodslag (Exod. 21 : 12), godslastering (Leviticus 24 :16), ongeloofsleering (Deut. 13:5), overspel (Deut. 22 : 22), sabbatsschennis (Ex. 35 : 2). De gewone wijze waarop de doodstraf onder Israël werd toegepast was de steeniging, waarbij iemand met zware steenen geworpen en overdekt werd.

In Assyrië bestond een doodstraf, waarbij de veroordeelden „gepaald”, dat is, met den buik op een puntigen paal gehangen werden.De bevoegdheid tot de doodstraf bezat en bezit de overheid. In Romeinen 13 : 4 kent Paulus aan de overheid toe de macht om „het zwaard” te dragen, om den doodslag te weren, en zich te handhaven. De doodstraf is in sommige landen afgeschaft. In Nederland in 1872. Dit was een gevolg van de humaniteit die geen boosdoeners kent, en van de leer, dat straf niet is een voldoening aan het recht Gods, maar enkel verbetering beoogt. Het recht Gods en dat bizonder in onzen tijd waarin het leven schrikkelijk bedreigd wordt, eischt ter bescherming van het leven de wederinvoering van de doodstraf.

< >